
Renovat ie Z e g e lwa a rd en van s tar t 12
Grenzend aan de grote binnentuin van Teylers Museum ligt een robuust
gebouw. In 1989 wisselde dit pand van eigenaar en werd het door de firma
Joh. Enschede en Zn. overgedragen aan Teylers Stichting.
De ontstaansgeschiedenis en historische functie van dit gebouw worden hier
beschreven en gekoppeld aan de onlangs gestarte renovatie tot facilitair
museumgebouw.
Ontstaans- en bouwgeschiedenis van
Zegelwaarden
‘..het gaat hier om een belangrijke gebeurtenis voor
ons bedrijf. We behoeven maar te denken aan het
grote kapitaal dat hier, naar wij hopen voor wel
honderd jaar, werd vastgelegd om te beseffen, dat er
een wissel op de toekomst werd getrokken, die slechts
door noeste werkzaamheid in de toekomst zal kunnen
worden gehonoreerd..’, aldus de heer B .F . Enschede bij
de ingebruikname van het gebouw Zegelwaarden in
September 1954.
13 Transport van een
zending postzegels
vanuit ‘gebouw C ’ van
Jo b . Enschedéaan de
Nauwe Appelaarsteeg
ca. 1950. (PTT
Museum, Den Haag)
historisch besef, dan uit het houvast dat een concrète
naamgeving in het dagelijks gebruik biedt. Reden te
meer om wat dieper in te gaan op de
ontstaansgeschiedenis van deze naam.
Zegelwaarden duidt op de innige relatie die er bestaat
tussen de firma Joh. Enschedé en de postale tak van
het P.T.T.-bedrijf. Aanvankelijk lag de
verantwoordelijkheid voor de vervaardiging van
postzegels e.d. bij het zogenoemde Muntcollege van
de Rijksmunt te Utrecht. Vanaf 1866 neemt Joh.
Enschedé de produktie over. In de praktijk betekende
dit dat ‘De Contrôleur van de fabriek der postzegels’
in Haarlem werd gestationeerd. Deze
staatsfunctionaris verstrekte het papier, nam de
bedrukte veilen in, hield toèzicht op het drukproces,
de gommering en verdere verwerking, en regelde de
vernietiging van de misdrukken. De magazijnen en het
expeditieapparaat werden pas in 1893 uit
’s-Gravenhage overgeplaàtst naar Haarlem, waarmee
00k de noodzaak voor een nieuw onderkomen
ontstond. Eerst was de dienst ‘Contrôle der P.T.T.’
gevestigd in een fraai i8de-eeuws pand in de Lange
Veerstraat tegenover de Oude Groenmarkt. Vanaf
1929 wordt het nieuwe ‘gebouw C ’ van het
Enschedé-complex betrokken, waardoor de poduktie
van de ‘zegelwaarden’ rechtstreeks werd gekoppeld
aan de opslag en de expeditie. Door de groeiende
produktie is er vrij snel na de oorlog behoefte aan een
nieuwe behuizing. In deze période vervaardigt Joh.
Enschedé jaarlijks 300.000 kilo postzegels en tussen
de vijf- en zeshonderd verschillende
tabaksbanderolles, goed voor 900 miljoen sigaren, 10
miljard sigaretten en 10 miljoen kilo shagtabak. Al
deze geldswaardige zegels moesten ter contrôle
meerdere malen met de hand worden geteld.
Afgezien van een zekere wederopbouwretoriek is het
bovenstaande 00k van toepassing op de renovatie die
thans in opdracht van Teylers Stichting wordt
uitgevoerd. Verwerving en verbouwing vergt
miljoenen, maar deze investering is zeker verantwoord
omdat het oudste museum van Nederland daarmee
een modernere organisatie en struktuur kan invoeren.
Aangezien onze bedrijfsdynamiek primair
plaatsgebonden is, denken wij hier zeker de körnende
honderd jaar een passend onderkomen te vinden voor
de medewerkers en collecties.
Zegelwaarden is de naam die 00k in het museum
gebruikt wordt voor de toekomstige behuizing.
Waarschijnlijk gebeurt dit minder uit oogpunt van
Het was rond 1930 voor Joh. Enschede niet
eenvoudig om, grenzend aan het drukkerijcomplex,
een nieuw gebouw te realiseren. Vanaf de vroege i8de
eeuw was de drukkerij-uitgeverij gevestigd aan het
Klokhuisplein in het oude stadshart van Haarlem.
Deze lokatie was allerminst geschikt voor de
grootschalige industriele uitbreiding die het complex
in de loop der eeuwen onderging. Na een langdurig
onderhandelingsproces werd met Teylers Stichting
overeenstemming bereikt over het in erfpacht afstaan
van een stuk grond gelegen aan de Nauwe
Appelaarsteeg en de Bakenessergracht. Aan de
architecten A.A. Kok en C. Wegener Sleeswijk werd
vervolgens opdracht verleend om voor deze moeilijke
lokatie een acceptabel ontwerp te realiseren. Om de
massaliteit van het gebouw niet te veel te accentueren
is het opgedeeld in onderdelen van verschillende
hoogte. Het uiteindelijke ontwerp voorzag in een
ritmisch vormgegeven deel aan de Bakenessergracht
en een groot terugliggend hoofdgebouw aan de
Nauwe Appelaarsteeg.
13
Voordat tot de bouw kon worden overgegaan moest
de vervallen hoekbebouwing aan de Bakenessergracht
gesloopt worden vervolgens werd in September 1932
gestart met de bouw. Binnen anderhalf jaar werd door
middel van betonskeletbouw een uiterst solide
magazijngebouw gekonstrueerd. In het bouwwerk is
1300 m3 beton verwerkt, 290 ml glas, 190 ton ijzer en
400.000 bakstenen. Typerend voor het gebouw is het
grote, prächtig groen geoxydeerde, koperen dak. Een
luchtbrug en een onderdoorgang onder de Nauwe
Appelaarsteeg zorgden voor de transportweg met het
moedercomplex.
De enige decoratie wordt gevormd door een zestal
gestileerde mansfiguren aan de Bakenessergracht,
gebaseerd op een aantal primitieve i7de-eeuwse
houtsneden in het bezit van het Museum Enschede.
14 Zegelwaarden Een nieuwe functie
gezien vanaf de Uiteindelijk moest Joh. Enschede noodgedwongen
Bakenessertoren, 1954. zijn historische plaats in de binnenstad verwisselen
(Gemeentearchief met de Waarderpolder. Hierdoor kwam het gebouw
Haarlem) Zegelwaarden in 1989 voor aankoop beschikbaar. Dit
bood het muséum de mogelijkheid om in één keer het
nij pende gebrek aan depot-, atelier- en kantoorruimte
op te heffen. Sloop van Zegelwaarden en vervanging
door nieuwbouw is nooit overwogen. De
bouwkundige konstruktie, het dragend vermögen en
het vloeroppervlak (bruto 3.800 m3) waarborgden eèn
volledige realisatie van het programma van eisen dat
in de loop van 1990 werd opgesteld. Hierop volgde
een période van intensief overleg met architectenburo
Henket en een aantal externe adviseurs. Inmiddels
was duidelijk geworden dat de huidige eisen met
betrekking tot klimatisering, beveiliging e.d. zeer hoge
kosten met zieh mee zouden gaan brengen. Om een
sluitende begroting mogelijk te maken, werd besloten
de kelder en de begane grond geschikt te maken voor
verhuur. Op de overige vier verdiepingen wordt het
museum gehuisvest, met een verbindingsgang op de
begane grond naar het oude museum.
Bij de indeling van de ruimte is gekozen voor een
horizontale organisatie. De grotere afdelingen van het
museum, zoals de Kunstverzamelingen, het Fysisch
Kabinet en het Paleontologisch-Mineralogisch
Kabinet hebben elk op een afzonderlijke verdieping
een eigen depot, direct gekoppeld aan een
restauratieatelier, werkvertrekken en eventueel een
studiezaal.
De vrijkomende ruimten in het oude museum zullen
worden benut om de expositiemogelijkheden te
verbeteren, de stijlkamers in het Fundatiehuis weer in
ere te hersteilen en het nijpende ruimtegebrek van de
Bibliotheek op te heffen.
Bouwkundige gevolgen
Na goedkeuring van het bestek en de begroting is het
werk in februari jl. gegund aan
aannemingsmaatschappij Thunnissen Heemstede bv,
die als laagste inschrijver uit de bus kwam. Het
werktuigkundige- en elektrotechnische gedeelte wordt
verzorgd door respectievelijk de firma Heringa en
Wuthrich en Van Vuuren Elektrotechniek. Als alles
volgens planning verloopt, moet er voor het eind van
het jaar worden opgeleverd.
Het exterieur van Zegelwaarden zal grotendeels
ongewijzigd blijven. Door de nieuwe indeling zullen
er een aantal ramen bijkomen en zal het dak
plaatselijk verhoogd worden om plaats te bieden aan
de apparatuur voor verwarming, airconditioning en
luchtverversing. Op de begane grond zal een
transformatorhuis worden ingebouwd die de
stroomvoorziening voor zowel Zegelwaarden, het
museum en de toekomstige nieuwbouw zal verzorgen.
De verbouwing is gestart met de totale sloop van het
huidige interieur. Alle dekvloeren, de markante stalen
scheidingswanden, leidingen en radiatoren worden er
uitgehaald, zodat er een volledig kaal gebouw
overblijft. De luchtbrug over de Nauwe Appelaarsteeg
is inmiddels verwijderd.
Het.grootste probleem bij de renovatie vormt de
thermische isolatie van het gebouw; immers de
ruimten waar de collecties geborgen en gerestaureerd
zullen worden, moeten voldoen aan stringente
normen voor temperatuur en luchtvochtigheid. De
depots, waar geen daglicht gewenst is, zullen daarom
als een gemetselde doos in de bestaande ruimten
geplaatst worden. Naast de hoge isolerende waarde
die hiermee bereikt wordt, kunnen tevens alle
hoofdleidingen van verwarming, watertoevoer en
airconditioning in een naastliggende servicestrook
worden geconcentreerd. In de studiezaal en