Aß). 6. 1. Eerste Finse postzegel met Russische waarde in
kopeken. 2, 3 en 4. Finse wapenzegels met waarden in penni en
mark. 5, 6 en 8. Finsepostzegels naarRussisch model met waarden
in kopeken en roebel 7 en 9. Postzegels van de vrije Finse Staat met
waarden in mark.
In 1866 verkreeg Finland echter ook een eigen munt-
waarde: mark en penni. De derde serie wapenzegels, die in
dat jaar verscheen, droeg dan ook deze nieuwe munt-
waarden.
Langzaam maar zeker nam de Russische overheersing toe
en in 1890 werden de Finse posterijen met de Russische
verenigd. Dit kwam tot uiting door het invoeren van het
Russische postzegeltype, dat voor het buitenlandse post-
verkeer verplicht werd gesteld. Ter onderscheiding
droegen de Finse zegels, behalve de waarde in mark en
penni, die gehandhaafd bleef, op ieder zegel een aantal
grote ronde stippen in de kleur van het zegel. Voor
binnenlands gebruik bleven de in omloop zijnde Finse
zegels toegestaan.
Toen Finland in 1918 eindelijk een vrije Staat werd, waren
de eerste eigen postzegels wederom voorzien van de
klimmende leeuw onder bijvoeging van de landsnaam
Suomi-Finland. Deze zegels hadden geen watermerk. In
de verduitsingsperiode na 1925 versehenen zij met het
hakenkruis-watermerk, dat in 1929 door een posthoom
werd vervangen, zodat er van dit type 3 volledige series
bestaan.
De herdenkingszegels van 1929 voor het 700-jarig
bestaan van de stad Turku (Zweeds Abo) luidden een
filatelistische periode in, die gekenmerkt werd door een
schier eindeloze reeks Rode Kruis, tuberculosebestrij-
ding en herdenkingszegels. Van deze laatste werd een
serie in 1931 aan het 75-jarig jubileum van de Finse
postzegel gewijd en in 1935 een serie aan het gereed-
komen van de nationale hymne Kalevala. Beide series zijn
in de Teyler verzameling aanwezig. Genoemde reeks
werd af en toe onderbroken door mooie, eenvoudige
frankeerzegels, steeds met afbeelding van de symbolische
leeuw. Dit was het geval in 1930, waarvan het type tot
1954 in gebruik bleef. In dat jaar verscheen een iets sier-
lijker uitgevoerd type, dat in 1975 door een heel fraai
zegelbeeld werd vervangen, dat nog steeds in gebruik is.
De hogere waarden van de drie series vertonen afbeel-
dingen van meren, kasteien en andere gebouwen, bruggen
enz., die een goed beeid van Finland geven.
Driehonderd jaar Finse post werd afgebeeld op een 4-tal
zegels uit 1938; de zegels van 3Vi mark en van 4 mark
(1939) vertonen het nieuwe postkantoor in Helsinki. De
oorlogsperioden 1939-40 en 1940-45 werden filatelis-
tisch nauwelijks gekenmerkt: in 1940 verscheen één Pro
Patria-zegel, in 1941 een körte serie ter ere van maar-
schalk Mannerheim en in 1943-44 enkele nationale hulp-
zegels met toeslag.
Het honderdjarig bestaan van de Finse postzegels werd
herdacht door herdruk van de zegels uit 1856 en 1860
(beide nog niet in de Teyler-collectie aanwezig).
Muziek en sport werden ook niet vergeten: in 1945
verscheen een zegel ter ere van de componist Sibelius, in
1969 een ter ere van de componist Jämefelt en in 1973
een ter herdenking van de kampioen hardloper Nurmi.
De huidige Finse postzegels zijn aan het algemeen
gangbare type aangepast; zonder uitzondering zijn alle
zegels keurig en vaak kunstzinnig uitgevoerd en door hun
grote verscheidenheid voor verzamelaars waardevol.
A. van der Weiff
NAAR RUBENS
Geschiedenis en restauratie van de collectie Rubens-
grafiek in Teylers Museum
Het zal slechts aan weinigen bekend zijn dat Teylers
Museum een grote collectie prenten naar het werk van
Peter Paul Rubens bezit. Deze verzameling van circa
1200 bladen, daterend van de 17de tot de 20ste eeuw, is
uitzonderlijk in Nederland. De restauratie van deze groep
prenten, waaraan verschillende restauratoren gedurende
drie jaar gewerkt hebben, is onlangs gereed gekomen.
Naar aanleiding hiervan is in de eerste schilderijenzaal
van 29 mei t/m 6 September een tentoonstelling georga-
niseerd, waar de restauratie wordt toegelicht met foto’s,
gereedschap en herstelde bladen. Bovendien is een
selectie uit drie eeuwen Rubens-grafiek te zien.
Als inleiding op de tentoonstelling volgen hier nu enkele
opmerkingen over de reproductie-grafiek naar Rubens, de
herkomst van deze verzameling en een samenvatting van
het restauratieverslag van dit grootse project.
Peter Paul Rubens zal met het voorbeeld van Rafaël
voor ogen, die zijn werk door Marcantonio Raimondi in
prent liet brengen, op het idee gekomen zijn, zijn
composities via de prentkunst te laten vermenigvuldigen.
De eerste prent die Rubens liet maken was Judith en
Holofernes door Cornelis Galle (afb. 7). Na deze gravure,
die ca. 1617/18 gedateerd wordt, volgden deze ‘repro-
ducties’ elkaar snel op. Onder strenge supervisie van
Rubens vervaardigden Lucas Vorsterman, Pieter Sout-
man, Jan Witdoec, Paulus Pontius, Christoffel Jegher hun
gravures, etsen en houtsneden; hiervan is een groot aantal
op de tentoonstelling te zien. Met succès wisten zij het
eigene van de schilderkunst te ‘vertalen’ in grafiek. Via
Afb. 7. Judith en Holofernes, gravure van Cornelis Galle naar
P.P. Rubens.
Privileges (Copyright) p ro b e e rd e R u b en s , k u n s te n a a r en
z ak e nm a n , d e c o n cu rre re n d e g ra v e u r o f p re n te n h a n d e la a r
o p e en a fs tan d te h o u d en .
Na Rubens dood ging de prent-productie naar zijn werk
ongelimiteerd voort. Vooral in Frankrijk en Engeland,
maar ook in Duitsland en Italie werden zijn werken
vermenigvuldigd. Nieuwe druktechnieken, zoals de
mezzotint en de Crayonmanier werden toegepast bij de
reproductie; de eerste leende zieh bij uitstek voor het
weergeven van schilderijen en de tweede, zoals de naam al
zegt, voor krijttekeningen. Twee populaire 19de-eeuwse
technieken, de lithografie en de houtgravure, zijn even-
eens gebruikt voor het reproduceren van Rubens’ werk.
Herkomst
Al tijdens Rubens’ leven verzamelde men de grafiek naar
zijn werk, niet alleen voor het esthetische genoegen, maar
ook voor de documentaire waarde. Het leverde een
kunstenaar een schat aan inventies. Bij voorbeeld Rem-
brandt, die ‘proefdrucken van Rubens en Jacques Jor-
daens’ bezat, ontleende motieven aan een anonieme prent
naar de Vlaamse meester. Vooral in de 18de eeuw nam het
verzamelen van tekeningen en (reproductie-) prenten een
hoge vlucht. De beroemde Franse verzamelaar P.J.
Mariette had een grote collectie grafiek naar Rubens van
Afb. 8. Portret van D avid Garrick, mezzotint van Valentine Green
naar Sir. J. Reynolds, 1769.
meer dan 1100 bladen. Ook Hollandse verzamelaars als
C. Ploos van Amstel, J. van der Marek en J. Bosch
bezaten portefeuilles met prenten naar Rubens. Onder
invloed van Sir Joshua Reynolds, die Rubens zeer
bewonderde, was Rubens ook in Engeland geliefd. Zo
bezat David Garrick, de bekende Engelse toneelspeler,
die verscheidene malen door Reynolds geportretteerd is
(afb. 8), een collectie prenten naar Rubens.
Het is deze verzameling van David Garrick die de kern
vormt van de collectie Rubens-grafiek in Teylers Museum.
Uit de veertig jaar na Garricks dood opgemaakte
veilingcatalogus blijkt dat de totaal 413 prenten op
onderwerp gesorteerd in acht portefeuilles bewaard
werden. Het zwaartepunt lag daarbij op de grafiek uit
Rubens’ tijd; Garrick bezat bijvoorbeeld acht van de totaal
negen door Christoffel Jegher gemaakte houtsneden.
Maar ook de prenten uit Garricks eigen tijd waren goed
vertegenwoordigd.
Omstreeks 1865 verwierven Directeuren van Teylers
Stichting de Garrick-collectie, ‘qui, reliée en huit volumes,
était restée entièrement intacte, bien qu’elle eut
passé successivement en plusieurs mains différentes’*.