^ond* bt%éëh,deMiljf drukf hïët een verWDgefivaö 6 pond,
volgens -de bekende werking des hefboóms Vkft dit' fbóff:
f vermits'dé afftand tusTcben Tiet icharnier en liet midden
‘Met-ktap 'eeö zesde van‘deszefïs’geheele leffg£è’is.'‘Dé klap
ds aaniden hgf bónm veAdsden door een koperèh pen" pp
(%■ 30 'die vastgeldonken^Ts1 in de twee koperen ftljltjes'
dië-op ‘de klap-Haanv^eZe' pen gaat'door eeri gat in
■ den hefboom, hetwelk réti éminfté van c^. i u ii. dia i
mMdelIijn behoort-te ’zijn , ‘Öp dat de klap vrijelijk in der-
zelvër ’hdltè èöör dén hefboom neêrgedrnkt kan worden.
Üet ilukjd* kaper n , hetgeen een ffeuf heeft,“’wordt* over
‘den hefboom k l gefield -en aan het fluk o op hèt koperen
delf el ‘vastgezet: dit dient p n te voórkdiiien, dat de
klap h niet hooger dan een acht^d duim worde opgeligt.
‘Kort onder het bovenftnk dés pats, hij a d% is'‘een y ze-■
ren beugëldf $j aan: dpn pot verbonden doof vief ijzeren
•fteunfels uur aan denzelvcn vastgek lonken. Deie^beugel
heeft twee ©oren of h a n d v a t t e n f i g V 'i van tef zijde
te zien» |P
Om dezen pot na het/koken gemakkelijk te ontledigen,
wordt dezelve gezét-fcasfchen twee ftijlen ’aan eëns',bodem
vastgemaakt, waarvan een ftijl da in fig. 4 ‘te zien is.
Boor het boveneind van eiken ftijl gaat • ëene peh, welke
past in een gat, daarvoor in -elk handvat des pots gemaakt.
De pot op deze pennen hangeiide (die,- ha dat
zij in de gaten der han4^attën; zijn-:Thgebraigc^; '"flooj^ielüi
aan de binnenzijden der ftijlen worden opgeflotéh ) , ontfluit
merl denzelve doof er de klap met deif hefboom aftenemen.
Men haalt'dan de plank bb> waarop men de pot eerst
deed
deed r u s t e n i beugel e c , van 1 half
'éupM||||Igenekt,» van onderen^ o.iit-den pot, en door
middel, van * het ijzêreh handvat* ƒ keert men hi^ipede de
pot, op- $fg| go® ei dé pennen ■ d raajjen 1 e'L te®; omdeffte bo-e,
ven ^.t@k dat -hij in dien fttódkd}aié^..w^arin ‘ÉÉ^|^n|L
doof 'g'èftipte lijnen verbeeld:is;^ffin• r f5%bp, tepn/*d£nf
cfva'rsliggetïden regel 4 , die vastgemaakt is op^twee ftyleri
aan den bOd*i|mvah- dit .geftcl verbanden. ||
Op dat de beenderen ,■ bij hètomkéeren ^anden p f t bet gatp
niet.-verftoppen, is .onder aan het dekfel f f gefchrpefd* een
cylittder van tin vv zijdelings en in deszelfs; bodem ov’me.^
gaten doorboord.
Be ondergeteekende- verzocht - zijnde , bij deze befeh-s-ij-r
vvtóden -.Vfef'&eterd^tt, dampkétel te voegen-eene opr--
gave ■ van hetgene volgens zijne waarneming vefeigqhr
tvofdt, ofn. door dezen dampketek de meestdén béste-
gelei uit beenderen te verkrijgen, als.opk op weljtë;
bij de bovengemelde Commisfie te Haarlem met deze gelei,
voedzame fpijzen zijn bereid geworden { acht het nopdig in
de eerfte plaats optegeveiu-;
WaamprfAm bij.I heb- oWdetzotck \>of deze Rei e f
Dantfkttd naar d^MMovdnggeedgmiadki
i s , voornamelijk hébbe acht-te ;|wN$|p
Eer men een datnpketel van dit zamenftel gebruikt, be-*
hoort dit onderzoek , zekerheidshalve|; vooraf te gaan *.
" kA ’ | 1 V 3W