
3. William Thomson
De Engelse gebroeders Brett wilden beide zijden van het Kanaal
met elkaar verbinden. Na veel moeite gaf de Franse over-
heid toe. In 1850 lukte het om met de sleepboot Goliath een
eenvoudige met gutta-percha geisoleerde koperdraad tussen
Dover en Calais te leggen. De route was tevoren verkend, de
diepte gelood, en boeien gelegd. De kabel zelf was, speciaal
aan de kusteinden, voorzien van loodgewichten om deze te
verankeren en beschadigingtevoorkomen. De verbinding func-
tioneerde een dag en volgens zeggen haalde een visser die
dag een raar stuk wier uit het water.
Het volgende jaar was er een betere en steviger kabel met vier
koperen geleiders. Elke geleider was voorzien van twee lagen
gutta-percha, daaromheen zat een laag met hennep en teer,
en aan de buitenkant was de kabel voorzien van tien gegalva-
niseerde dikke ijzerdraden. Deze kabel door het Kanaal, uit
1851, bleef vele jaren in gebruik.
Een monster van een zeekabel van deze eerste suceesvolle
verbinding is te zien op de tentoonstelling. Ook zeekabels van
andere trajecten uit latere Perioden worden getoond. De monsters
zijn aan de uiteinden voorzien van metalen ringen, om de
körte stukken kabel niet uit elkaar te laten vallen.
DE ATLANTISCHE UITDAGING De geslaagde kabellegging in
het Kanaal, gevolgd door die in de Noordzee, de lerse Zee, de
Sont, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee betekenen
slechts vingeroefeningen voor de gigantische klus van het be-
dwingen van de 2000 zeemijlen (circa 1850 meter) van de Atlantische
Oceaan. De jonge, suceesvolle Amerikaanse zaken-
man Cyrus Field is de promotor en Organisator van de Transatlantische
verbinding. Hij weet de Amerikaanse en de Engelse
overheid in het project te interesseren.
De Engelse Marine deed enkele dieptemetingen tussen ler-
land en Newfoundland en concludeerde dat daar een ‘telegrafisch
plateau’ lag op een diepte van ruim twee tot ruim vier kilometer.
Alleen aan de lerse kant was er, een paar honderd rriiji
uit de kust, een betrekkelijk steile overgang van het continen-
tale plat naar de diepzee.
In 1857 zou de kabel gelegd worden, te beginnen aan de lerse
kant met het Amerikaanse oorlogsschip de ‘Niagara’. Halverwege
de oceaan zou de taak overgenomen worden door het Engelse
oorlogsschip de ‘Agamemnon’. Beide schepen waren
aangepast voor hun nieuwe taak; stoom-zeilschepen die goed
konden manoeuvreren. Aan de kwetsbare uiteinden werd een
zwaardere kabel gebruikt dan in het midden van de oceaan.
Op 5 augustus 1857 ging de ‘Niagara’ van start, maar al na
drie kwartier varen raakte de kabel klem in het afviermecha-
nisme en brak af. Na een nieuwe start verliep de kabellegging
succesvol en kon men via de kabel contact onderhouden met
de wal. Maar net in de diepzee, met twee kilometer kabel over
de achtersteven, haperde de telegrafieverbinding met de wal.
Toen een grote golf het achtersehip omhoog stuwde, liep de
kabel vast in het afviermechanisme en brak opnieuw. De ver-
dere operatie werd afgelast en uitgesteld tot het volgende jaar.
De belangrijkste technisch-wetenschappelijke medewerker
van het project was William Thomson. Het probleem van de
lange kabel was, dat die het signaal verzwakte en afvlakte.
Thomsons eerste advies was om zo zuiver mogelijk koper voor
de geleider te gebruiken.
Om het verzwakte signaal te kunnen waarnemen, ontwierp hij
de ‘spiegelgalvanometer’: een spoeltje hangt aan een lange
draad in een magneetveld; aan het spoeltje is een spiegeltje
gemonteerd; een geringe stroom door het spoeltje zal het spiegeltje
iets verdraaien; een lichtstraal gericht op het spiegeltje
zal, op enige afstand, een flinke uitwijking projecteren op een
afleesschaal.
Het probleem van de afvlakking van het signaal is nog niet op
te lossen, dat gebeurt later met betere kabels en met ver-
sterkers op de oceaanbodem. Nu betekent de afvlakking van
het signaal dat er langzamer geseind moet worden, om het on-
derscheid tussen de punten, strepen en tussenruimten te kunnen
bepalen. Ook het afviermechanisme, dat de lange, zware
kabel achteraan het schip in bedwang moet houden, wordt ver-
beterd.
Een nieuw plan wordt gemaakt voor 1858. De twee schepen
zullen dan in het midden van de Atlantische Oceaan beginnen
en elk een kant uitvaren; via de kabel kan men onderling contact
onderhouden.
Op 25 juni 1858 komen de twee schepen op de afgesproken
piek in het midden van de Atlantische Oceaan bij elkaar. De
Agamemnon is door een storm heen gekomen en heeft veel
moeite om de 1500 mijl kabel, die als een bord spaghetti on-
derdeks ligt, weer netjes in het rond te leggen. De kabels van
beide schepen worden verbonden en aan elkaar gesplitst, het
karwei kan beginnen. Tot drie keer toe breekt de kabel, eerst
na zes mijl, dan na 80 mijl, vervolgens na 200 mijl. Men denkt
hiermee zoveel kabel verspeeld te hebben, dat er te weinig
over is en men vaart weer naar de haven.
Aan de wal blijkt dat elk schip nog wel 1100 mijl kabel aan
boord heeft, voldoende voor de te overbruggen afstand. Men
gaat weer op pad en op 29 juli 1858 worden in de Atlantische
Oceaan de kabels weer aan elkaar vast gemaakt. Toch zijn er
opnieuw Problemen. De ‘Niagara’ raaktvan dejuiste koers af.
Het blijkt dat het scheepskompas door de kabel belnvloed
wordt; een van de begeleidende schepen zal verder voorop varen
om dejuiste koers aan te geven. Maar nu blijkt, dat met
name de oude kabel, die in de winter opgeslagen heeft gelegen,
veel siechte stukken heeft die er tussenuit gehaald moe-
ten worden. De UV-stralen van de zon hebben het gutta-percha
aangetast. En naarmate de reis vordert, en de zware lading
overboord raakt, beginnen de schepen zwaar te rollen op de
golven en bemoeilijken het werk. Op 5 augustus arriveren, op
dezelfde dag, de ‘Niagara’ in Newfoundland en de ‘Agamemnon’
in lerland.
Grote feesten volgen. Op 13 augustus 1858 wisselen konin-
gin Victoria en de Amerikaanse president boodschappen uit.
Tiffany’s uit New York koopt de resterende kabel op en ver-
koopt ze in kleine stukjes als souvenir. Eén van de monsters
van deze diepzeekabel, aanwezig in Teylers Museum, is uitge-
voerd als een houder voor een lakstempel met monogram.
De teleurstelling komt snfflide boodschappen gaan niet met
de gehoopte 20 woorden per minuut, maar met slechts 15
woorden per uur door de kabel. Ook komen er regelmatig
storingen voor, waarbij helemaal niets doorkomt. Dan pro-
beert een technicus, tegen de adviezen van Thomson in, of
er betere resultaten te krijgen zijn met een veel hogere spanning.
De afloop is fataal, ergens slaat de isolatie door en
ontstaat er definitief kortsluiting. Grote teleurstelling alom.
In Engeland wordt een commissie benoemd die de probier
e n moet onderzoeken. In Amerika breekt de Burgeroorlog
uit. Het betekent een grote pauze in het ambitieuze Atlantische
project.
5. Het leggen van de
telegraafkabel voor de
lerse kust omstreeks
1855.