
3. Afbeelding van een ‘munf van Atilla, uit: Francisco Mediobarbo Birago, Imperatorum Romano-
rum Numismata a Pompejo Magno ad Heraclium, Milaan (1730). Van Atilla zijn geen munten be-
kend, maar in de 16de en 17de eeuw werden 'munten' met zijn portret nagemaakt en afgebeeld in
boeken. (Coll. Teylers Museum inv.nr. 247).
dat het westen steeds verder verzwakte.
Zo moest Afrika worden opgegeven aan
de Vandalen en viel Atilla met zijn Hunnen
Gallié binnen (het huidige Frankrijk) (afb
3). Het was intussen zover gekomen dat
Romeinse keizers op de troon werden ge-
zet door barbaarse leiders die de eigen-
lijke macht hadden. Deze keizers waren
eigenlijk niet meer dan marionetten.
Schikten zij zieh niet naar de wensen van
de bezetters dan werden ze gewoon uit
de weg geruimd.
Nadat de keizerstroon in het westen on-
geveer anderhalf jaar onbezet was geble-
ven kwam in 467 Anthemius aan de
macht. Hij was van adelijke afkomst,
veldheer en schoonzoon van Marcianus
(450-457), die keizer was geweest in het
oostelijk deel van het Romeinse Rijk (afb.
4). Marcianus was in 457 overleden en
opgevolgd door Leo I (457-474). De laat-
ste benoemde Anthemius tot zijn mede-
keizer voor het westen en stuurde hem
onmiddelijk met een leger naar Italie. Anthemius
werd daar op 12 april 467 n.Chr.
tot keizer uitgeroepen. Vervolgens huwe-
lijkte hij zijn dochter Alypia uit aan Rici-
mer, een barbaars generaal in Romeinse
dienst. Dit om de veldheer, die veel macht had, aan zieh te binden. Dit mocht
echter niet batem er ontstond onenig-
heid en in 472 benoemde Ricimer een te-
genkeizer en belegerde Rome. Na een
langdurig beleg viel de stad en Anthemius
zocht, verrriomd als bedelaar, toe-
vlucht in een kerk. Hij werd echter her-
kent en onthoofd op 11 juli 472 (Sear
1988,371).
In het Numismatisch Kabinet van Teylers
Museum is een zeldzame munt van deze
keizer aanwezig (RIC. X. 2903) (afb. 5).
Het gaat om een tremissis, een gouden
muntje met een waarde van 1/3 solidus
(de gouden standaardmunteenheid uit
de vierde en vijfde eeuw n.Chr.). Op de
voorzijde is het portrette zien van de kei-
2. Solidus (goud 21,13 mm; 4,474
gram), Honorius (393-423), geslagen in
Ravenna (402-3 of405-6 n.Chr.) vz.: portret
van de keizer; kz.: keizer met vaan-
del en Victoria (godin van de overwin-
ning) in de hand, met voet op gevangen
barbaar (RIC. X. 1287). (Coll. Teylers
Museum, inv.nr. 9715).
zer met mantel en pareldiadeem en het
omschrift DN ANTHEMI-VS PERPET AV,
wat Staat voor: Dominus Noster Anthemius
Perpetuus Augustus (Onze Heer
Anthemius, de Eeuwige, de Verhevene).
Op de keerzijde;iS;een kruis in krans afgebeeld
met in de afsnede de letters
COMOB. Het gewicht van deze munt is
1,435 gram en hij is geslagen in Milaan.
De afkorting COMOB heeft nogal wat ver-
warring veroorzaakt onder numismaten.
De letters COM worden vaak geinterpre-
teerd als een merkteken van de ambte-
naar die verantwoordelijk was voor het
slaan van gouden munten. Dit was de
COM ('es sacrarum largitionum) of COM
(es auri). Deze ambtenaar had de leiding
over de muntwerkplaatsen, de mijnen
(goud- en waarschijnlijk zilver) en een
aantal werkplaatsen van de Staat, die
zieh vooral bezig hielden met de produk-
tie van stoffen en kleding. Verder inde hij
de belastingen en heffingen die in munt-
geld moesten worden betaald (King
1980, 142). Sommige experts menen
echter dat de afkorting COM Staat voor
COM (itatus) (RIC. IX. p. 217). De comi-
4. Bronzen munt (9,3 mm; 1,222 gram), Marcianus (450-457), vz.: portret van de keizer; kz.: monogram in
krans (vgl. RIC. X. 535 e.V.). (Coll. Teylers Museum, inv.nr. 9735).
met de boodschap dat hij geen aanspraak
wilde maken op het keizerschap. In plaats
daarvan nam hij het bestuur van Italie
over in naam van de keizer. Zeno ging hier-
mee akkoord. Romulus Augustus kreegzo
toch nog enige faam als allerlaatste Romeins
keizer in het westen. ■
LITERATUUR
Hendy, M., Studies in the Byzantine monetary
economy c. 300-1450, Cambridge (1985).
Kent, J.P.C., Gold coinage in the later Roman
Empire, RJLG. Carson and C.H.V. Sutherland
(eds.), Essays in Roman Coinage presented to
Harold Mattingly, Oxford (1956).
Kent, J.P.C., The Roman Imperial Coinage, Vol.
X , The divided empire and the fa ll o f the western
parts A D 395-491, Londen (1994).
King, C.E., The sacrae largitiones, revenues,
expenditures and the production of coin, C.E.
King (ed.), Imperial revenue, exependiture
and monetary policy in the fourth century
A.D., BAR International Series 76 (1980) pp.
141-173.
Norwich, J J ., Byzantium, the early centuries,
Londen (19902).
Pearce, J.W.E., The Roman Imperial Coinage,
Vol. IX, Valentinian I - Theodosius I, Londen
(19884).
Sear, D.R., Roman Coinsand their values, Londen
(19884).
5. Tremissis (goud 14,35mm; 1,435 gram), Anthemius (467-472), voor beschrijving zie tekst. (Coll. Teylers
Museum, inv.nr. 3736).
tatus was de keizerlijke residentie. De afkorting
OB Staat voor OB(ryziacum of
obryzum) = ‘zuiver goud’. Volgens deze
laatste interpretatie betekent de afkorting
COMOB derhalve, dat men een munt
in handen had, gegarandeerd geslagen in
de keizerlijke residentie (onder keizerlijk
toezicht) en van goed, zuiver goud.
Dat gouden munten alleen daar werden
geslagen waar de kezier verbleef is niet
zo verwonderlijk. Goud was namelijk van
groot belang voor de Staat. Er was veel
van dit metaal nodig voor betalingen aan
legeren ambtenaren en er werd alles aan
gedaan om zoveel mogelijk van dit kostbare
goed te verwerven voor de Schat
kist. Zo konden belastingen in deze tijd
alleen met gouden munten worden betaald.
AI eerderwas in de vierde eeuw be-
paald dat variaties in de waarde van de
solidus vergezeld moesten gaan met
evenredig grote veranderingen in de prij-
zen van alle andere goederen. Het hand-
haven van een muntstelsel met goed
goud was daarom van groot belang. Als
de Staat er niet in slaagde om voldoende
munten van goed gewicht en goed gehalte
te produceren zou het hele finan-
ciele systeem onmiddelijk in elkaar störten
(Kent 1956,192; Hendy 1985,316).
Het is nu te begrijpen dat ook in de na-
dagen van het Romeinse Rijk de gouden
munten van goede kwaliteit bleven, dit
ondanks de economische en politieke
chaos. Elke keizer was eigenlijk verplicht
zieh te houden aan het standaardgewicht
en -gehalte van de solidus. Als hij hier-
mee knoeide dan konden er nog grotere
financiele en economische Problemen
ontstaan en zou de schade helemaal niet
meerte overzien zijn.
Na de dood van Anthemius regeren nog
vijf keizers, ieder voor körte tijd. De laatste
keizer van het West-Romeinse Rijk
was Romulus Augustus (475-476) (afb.
6). Hij werd ook wel Romulus Augustulus
genoemd: ‘klein Augustusje’. Dit was'het
zoontje van een barbaars generaal in Romeinse
dienst, die na twee maanden op
de troon te hebben gezeten, werd afgezet
door de Germaan .Odovacar. De laatste
stuurde de keizerlijke versierselen naar
keizer Zeno in Constantinopel, samen
6. Voorzijde van een solidus van Romulus Augustus
(475-476). Munten met portretten die hier op lijken be-
staan, maar deze afbeelding is voor een groot deel aan
de verbeelding ontsproten uit: Francisco Mediobarbo
Birago, Imperatorum Romanorum Numismata a Pompejo
Magno ad Heraclium, Milaan (1730). (Coll. Teylers
Museum inv.nr. 247).