l í r '/.ijii iKHisvedercii uiuiwe/.ig en de iicii-sicatcn /.ijn ^cliccl vrij. Ecii groole kring om liet oog en de teugels
zijii gchcel iinakt. Deze aCtleeling hevat de beide .sooHen van luiddelbare grooUe. Dit /.ijn:
1. MrSOPlIAdA VIOLACEA.
ISERT. Srhnpen .hr OcselUchafl „alurrorschcder Freunde Brrlin, rffW 9. 17S9, bUh. IS, pi. 1. - C.,c„t„s r,gi„s.
Siiux. .7/h«'»;« pl. ilO. - Le Tooraco r/o/c/, Li;vaiii,axt . les Tùuracos, bhU. pl. 18. — .Vusopl.agn violacea. Swain-
SON, tUnls of Western Afrin,. dcel I, bUh. 21S././- 19: Cii. Box.aiuuti., Cmspectus, deel 1, Mdz. 87, 207.
Mcn kan «Iczc soorl oosciiblikkclijk licrkonncii aan tlci koric, fliiwcclachlige. donkcr piirpcr-rooilc vcdcrcn van harcii
l)(>i.-iikc)i), cicii als aan liarc-n -l'ooten, schilclíorn.ij!; lot aaii l«cl nùcl.IcH van <k- krai n verk'ns.len lioiciisnavol.
C.chwiv. IcnsK' 0./I7. — LcnsU- van tUn ^lells(•l 0,21 tot 0.22. — Lc.fitc van den staart 0,215. — LcnRie van den voet-
«orlol 0,0/i. — Lciisic \an den bovcnsnavel 0,0/i7. — Hooslc van don snav.-l 0,03. '
Bok oven lans als li«-( ovcrige van don kop, lioog, ccn vvoinig gp»»ell(l, van voron sicrk zanicnscdnikl. naar achtcrcn in
••c-n i.r.'cd, srool, volkoinrn al'serond scliild voi'Iengtl, dat toi aan tiel niidden van de krnin roiki. Dil seliildvorniis scdccltc van
(1,-n l).'k is eilroengool, hel o^crigc looi'sle g.ulei-lle oranjoklouris. 1)<- Si'oclo naakio ooRki-ing en de cvcnecns naakte Icugcls zijn
ornnje-Nlc-onfood. Xensgalen selif<'l vrij, aan h.'l eindc ^an hel eerMf dcrde xaii don snaicl geplaatst. Iris van hcl oos vuil liclil
r(><)dl)niin. Wdcren van den bovcnkop, met inbegrip van lu-t aohlorhooltl, van genone lengte. niaar flinveeiaclitis, tanielijk hard
.ip lu-l fievoel en «lonker purporklcnrls. Ecne zeei- snialU' slreep ^an znartc vederen loopt van hcl ioovlioord, digt aefilcr don
rand >an hct sna%olselnld, (ol op de licllt ^an de liooglc dcr Icufifls. De lio^enrand der corstreck is van cene brecdo «ittc stroep
voory-ion. De geheolc ovevigc vedoiliokleeding ^an den vogcl, behalvc de rood<i banden der vleugels, verloonen eenc fi-aaijc, glan-
/.ige, slaalblaau^^ e kl<-nr; niaar deze klcin- Irekl op de zijp.-imen van <lc-n staarl in liei slaalgroenc, op den krop in hel sapgroene,
op de l)<)rsl en <le ondofzij.lc <ler slaarlpennen in hel znartaehlig slaalgi'oene, tcrnijl de onderbuik en de cnderdekicderen van
,len slaarl groenaehtis /.«uri en /.onder glans zijn. De kl.-ine en middolsle dekvedercn «ter oi.derzljdc van de alongéis /.ijn staalblaauw,
de groo lo <lonkei' l)niin,
Bij zeer jongc voor^^•(Tpen ontxNaart raen, volgcns de »aarneming van H.»nTLAtn, goinaakt op een jong vooruerp van lict
Parijssolie Museiira, ioibtrekl niels van de roode, fln\veelachlige vederon laii den l)ovenkop.
Deze soort »crû dikuijis ^aii Seneganiliiü naar Europa gol)ragl. .1. -X EnKK.ux verkrceg ait deze .slfoek voonverpen van liet
eiland Casamanza en de ocvers der riiier ^an dozon naani. I , die deze soorl op <le vlaklcn langs de ocvei's <lor rivioren In de
provinlie Accra aan de C.oudkasl ontdekt lieeii, /ogl, dal zlj aldaar zeer zeldzaain is; <ial hij, niellegenslaaiule veeividdigo aangei
o r p van kon verkrljgcn. De lu-or Pkl, die zlcli gedin-ende tivaall' «vende pogingen, er slcelils c Il verschillcndc
piinlen dcr Goudknsl ophield, be\esligl tlil gezeg<ie. on voegi cr bij. dat zij in de Oierig(i «edeellcn dezer sli'ock iiog voci zeld/,ainor
is dan in Ac<Ta. Onder de lalrijke, door hem aan de (loudknst verzanicldo vogels, «as er clan ook n.aai' een iooi'vvcrp dezor
soorl. hcigeon hij niagtlg vvas gCHOrden cenigc aren binncnHaarls »an Boulry. Istitr vermeil, dat deze sooi't, voor zoo ver hij bot
heefl kannen te "clcn komen, allcen van de michlcn v anMus a paradisíaca en s a p l e n t i a m leelt.
2. .Ml SOPIIAOA aOSSAi:.
l ' U l ï 2,
.1. r.ocLD. in .l.uiüiMi. ConlnOalions. 1S51. Mdz,. 137, pl. »1: afbeelding van den kop en de slagp en; P,„.-..,.dh,i,H «/
Î/(C Zoologie,il Socifly of Londen. 185^1, hUh. 23: AnnaU and .V«;iaiiw of yatural ilislm-n, 15, '/W=. 381.
De klcino, <ligto, algcronde, karmijnroode, uil vederon met lossc dradon gevormde kiiiC is xmr de/.e ^oorl zeer kcnsehr-lsend,
Zij loon(, voor hel oterigo, in bot algenieen voci overeenkomsl mot Musopliaga liolacoa, en heeil ciok d<'zollde
kleiiren; niaar de bek is »eel kleinor en elVen goei. en de uiire sirocp onder bel oog ontbroekl gehecl en «I, Zij kicinor dan
M a s o p h a g a gigantea, doob o*erli'el1. bchalvo deze, al de oicrige soorlen In groolle.
(icheele lengte 0.51. — Vleagel 0,242. — Slaarl 0,250. — Knif 0.037. - Vooluorrel O.O/i. - lio^en.naicl 0,035. - Iloogle
«an don snavut 0,025.
Bok lamelijk hoog cii gecl, de bovonsna\el naar loi-on gowoN'd, zij<lclings zaniengodiaikl en laiigs den Ijou'nkanl tamelijk
scherp; naar achleren in een algcrond sohild «erlengd. hehvelk zicb lot aan hel eindc \an hel \oorhoofd ailslrekl. De oogcn >an
eencn grooten naakton kring omgeicn. di<' oven ais do naakle Icugcls gcel *an kleiti' Is. ()[> don bou-nkop o<'ne kleine. digle, a(goi'ond<'.
iiil lederen mei losse d taden gevormde kaif, die, zoo als ook iiel aehiei-hooltl, kai'niijin-ood van klenr is. Alle overigo >odei-<-n, bobaho
do roode. ovoi-lang.scho bandon dcr slagpeinien. donkcr slaaiblaanw. op dén buik, de schcnkels, de oiaU'rzijde van do \leagcls on
den slaarl donkerdor en nieer z««arlaehlig. De roode bandon aan de tieiigels zijn bij bol c<'nige bekendo vooi'«orp <lezcr soorl
zeer onrogolnialig icrdocld: niaar bel is bekend, dal dil voonvorp langen lijd in don govangen slaai Inceli verfccorci, on dal clan
vooriiocnid rood, door a Ile rio i oorzaken gedeellelijk. of in blaaaw kan \ ora udore n , ol'na do ruijing om-cgelmalig le «oorschijn konil.
Dil voornerp «erd in 1S54 naar Engeland gebi'agl, Ilei baci tocbehoord aan Lad) BOSS, die bel gciclurende lic-n Jaron
Ic-ícnd op St. Helena go liad had. Er is boogonaamd niots bekend o\er de alkomst ^aii dil voorwcTp. Da ai- de/.e soorl eehlei' in
geenc der door nalinirkinidigen bcreisde sireken «an .\lnka aangclroli'en word, mag men niisschion voorondorsiellc-n, dal zij in de,
lot nog toe zoo goed als onbokende Porlagoesclie bezillingen: Benguela, .Angola, Congo, Loango, enz. le luils bchooi'l,
2 . De hvcede afiioeling bovat de kloinsle soorten \-an lict ^eslaclif. De/e licbbcii de onderdckvedoron van
lien staarl, de schoukcls, lifu buik en ¿íedeellolijk ook de horst gr¡j>¡ach(ig /.wart, welke kleiir eehier in )iel grocnuf
l)laauwîicli(i^e .s|)eell, naarniale de vleiigels en de slaarl cene dei' beide laat.sl geiioeiiide Unten vertooiien. Zif
licbbeii eeiic min of niecr aaii/ienlijke, zijdeliiigs zaïiieiigedriikle, hclinachtige, iiit d e vericngcle vedcren van den boveiikop
gevonnde kiiif. Ilare oogleden zijn iiaakt, van gekorreldo wratjes voorzien. die op eene of twce rijeii geplaalsl
e n rood van klenr /.ijn.
Men kan geniakslialve, de/.e afdeeling wederom in de volgende onderà fdeel ingei i splil.son.
a . De oorste oiulerafdoeliiig toit sleclits peno soort, gelveiisehctst door biiveii zwarten snavel en Jiarc sehcel vrije neusfiatcii.
Dit is