29
No. 7S. Varieteit.
Voorz. MÄTHI. I . D . G . ELEC. EO . IMP; SEM. AVGT.
Keerz. MO . A E . MAX. — D : B E . L . BA — I N . BÄTE — E T . STEIN.
Z. Catal. Reichel No. 388.
N°. 8. Z. j. Vierstuiverstiik.
Yoorz. rijksadelaar met rijksappel.
MATH. I . D . G . ELEC . ROM. IMP . SEM . AY
Keerz. gekroond, vierveldig wapen; 1 en 4 gekwartierd, en wel 1 hebBende I en 4
Bronkhorst, 2 Batenburg, 3 Stein j (4 is hieraan gelijk, doch heeft 2 en 3 verwisseld ;)
2 en 8 hebben vier palen voor. . ?
MONETA. NOVA . AEG. B A . IU I . STV
terzpde van het wapen nogmaals de waarde aanduiding
4 S
Z. Afgeb. Verkade pl. 209 N°. 4 naar een’ Beeldenaar.
Np. 9. Varieteit..
Yoorz. MATH. I . D : G . EL . ROM . IMP . SEMP . AVG
Keerz. geene waarde aanduiding naast het wapen
(roset) MONETA . NOYA. ARG. BAT . IV . ST.
Afgeb. Serrare, Vaderl. Museum, 1861, pl. 3 N°. 1-
Z. Verz. de Voogt.
Verkade beeldt pl. 225 No. 3 , deze munt ook a f, doch met ELEC
Nò. 10. Z. j. Yarieteit.
Voorz; op de borst van den arend IV
Vermeld Catal. Stricker 1859 N°. 446.
N p . 11. Z. j. Drie Kreutzer.
Yoorz. rijksadelaar, op de borst de waarde aanduiding
3
MAT . ID GEL . RO . IMP . SEM. AY
Keerz. vierveldig wapenschild, 1 en 4 Bronkhorst, 2 en 3 Stein, en surtout Batenburg.
Boven het wapenschild eene roset tusschen twee stippen.
(roset) MONETA. NO . ARGENT . B . I . ST .
ZB; Afgeb. Serrure t. a. p. pl. 3 N°. 2.
No. 11^. Varieteit.
Yoorz. SEMP. AY
ZB. Verz. de Voogf. Afgeb. pl. 2 Np. 10.