
12 Idem als voren. — Op de keerzijde een horizontale streep boven
het gat.
13 Idem als voren. — Op de keerzijde, onder het gat, maar een weinig
naar den linker kant, een bijna vertikale, eenigzins gebogen streep.
14 Idem als voren. — Op de keerzijde, aan den rechter bovenhoek,
eene halve maan of gebogen streep met de hoornen naar buiten.
15 Idem als voren.—-Op de keerzijde, aan den linker beneden hoek,
eene halve maan met de hoornen naar buiten.
16 Idem als voren. — Op de keerzijde, boven en beneden het gat, eene
halve maan met de hoornen naar buiten.
17 J j? T'ang-koeo tfoeng pau, munt van keizer Hiian-tsoeng
( j f e of 7Ü 7^?), 713—755. — Zegelschrift.
18 =||> Iff* KHen-juan tjoeng p a u , munt der periode K’ien-jiian,
7 C
758—759. — Gewone drukvorm.
19 Idem, als voren. — Op de keerzijde, onder het gat, eene halve
maan met de hoornen naar beneden.
20 K ’ai-jüan foeng pa u , munt van keizer Woe-tsoeng,
7 C
841 — 845.. Op de keerzijde, boven het gat, het teeken :
~ Lo-jang, de plaats, waar deze munt gegoten is. — Gewone
drukvorm.
21 Idem, als voren. Op de keerzijde, rechts van het gat, het teeken
» . het -tegenwoordige ||^ ? Kiang-ling.
22 Idem, als voren.] Op de keerzijde, links van het gat, het teeken
~ I j en boven het gat eene halve maan met de
hoornen opwaarts.
23 Idem, als voren. Op de keerzijde, boven het gat, een ander,
maar onleesbaar teeken.
; f c
24 ^ T'ai-tsjoeng t'oeng pa u , munt der periode T’ai-tsjoeng,
847—859. — Gewone drukvorm.
*3 ^ aS . Han-jüan t'oeng pau, munt der latere Han-dynastie,
7 G
936—948. — Gewone drukvorm.
26 Idem, als voren. Op de keerzijde, boven het gat, eene halve maan
met de hoornen opwaarts.
27 I P 5S| Tsjou-jiian t'oeng pau, munt van Keizer Sjih-tsoengder
7C
latere Tsjou-dynastie, 954—959.— Gewone drukvorm.
28 =|p j j || Soeng-jüan t'oeng pau, munt van T’ai-tsoe, eerstenkei-
7 C
zer der Soeng-dynastie, 960—975.— Gewone drukvorm.
29 Idem, als voren. Op de keerzijde, links van het gat, eene halve
maan met de hoornen naar buiten.
30 Idem, als voren. Op de keerzijde een stip onder het gat.
tfci*
3 1 = ||r |jp |i K'ien-te jüan pau, munt der periode K’iën-te. In de
7 C
eerste plaats heeft men eene periode van dezen naam gehad van
963 — 967, tijdens de regering van den evengenoemden keizer
T’ai-tsoe, maàr volgens het keizerlijke muntboek zou deze munt
afkomstig zijn van den laatsten vorst van het onafhankelijke rijkje
Sse in Sse-tsj’oean, die aan de voorlaatste periode zijner regering,