
het teeken j j ^ en verschillende onduidelijke merken. Lang 9,3 en
breed 3,3. — z.
36 Idem; als voren. Lang 4,4 en breed 1,5. z.
37 46 Kodama — edel gesteente of Mame-ita-gin ( ^ erwtenplaatjes).
Eond zilverklompje met niet verklaarde of onduideliike
merken.
47 Tempo-sen van bet 6« jaar der periode Tempo, 1835. Aan den voor-
k a n t. ^ j j | | J | r == tem-po tsoe-fo zrz tempo-munt; op
de keerzijde : | | ^ ~ gelijk, aan 100 (sen). Ovaal, 4,8
op 3,2. — k. .
der periode Fo-yei (1704—1710); keerzijde: ^
= tot eeuwig gebruik. Diameter 3,7. — k.
49 Sen; voorkant; f f f g = kwan-y,i m m t; keeraijde
ten bal boyen het gat; gegoten in 1624. Mi.lrlollijn 2.5. — k.
N. 10679.
50 Idem;' voorkant als boven ; keerzijde,.boven het gat, ^ = mon; gegoten
in 1668. k................................................ . . . . . N. 19684.
51 Idem; voorkant als boven; keerzijde, boven het gat, — ghen;
gegoten in 1740. Middellijn 2, 2. — k . ' . N. 197087
52 Idem ; voorkant als boven; keerzijde, boven het gat, % ; gegoten in
1742. Middellijn 2 ,3 .— k . ; jj| . _N. 19711.
53 Si-mon sen, vier sen stuk. Voorkant als boven; op de keerzijde
. versienng van boogvormige lijnen; gegoten in 1768. Middellijn 2,8.
f f t | | • • • • • ■ . . ............................... N. 19714.
54 Sen; aan den voorkant: fjl| | | ÿ =munt der periode
Sen-dai; gegoten in 1784. Vierkant, 2,2 met afgeronde hoeken.
~ ljzer- ........................................ .................................. .... N. 19719.
55 Boen-kioe sen; aan den voorkant: ^ ^ g = boen-kioe
yei-fo , op de keerzijde versiering van boogvormige liinen, 1863
Middellijn 2,7. — k.
56 Sen; aan den voorkant: ^ m munt kwan-yei;de
m ht
keerzijde ledig. Middellijn 2,4 tot 2,2. (*). — k.
57 Sen; op den voorkant dezelfde inscriptie als voren, 1860. Middellijn
2,5. — ijzer.
58 Twintig yen (yen rz: dollar). Aan den voorkant:
Vo 211 "f* zz: Japan, 3e jaar der
periode Mei-dji (1870), 20 yen (f). — g.
59 Tien yen. Voorkant:
= Japan, 4e jaar van Mei-dji, 10 yen. — g.
60 Vijf yen Voorkant als boven, 3e jaar van Mei-dji. — g.
61 Twee yen. Voorkant als boven, 3® jaar van Mei-dji. — g.
62 Ten. Voorkant als boven, 4° jaar van Mei-dji. — g.
63 Yen. Voorkant als boven, 3e jaar van Mei-dji — z. (De aan-
maak van deze muuten is in 1872 tijdelijk gestaakt).
64 Yen. Voorkant: * 0 * b j - t 7e jaar van
Mei-dji; keerzijde: — * S tz een yen. — z.
65 . Vijftig sen of halve yen. Voorkant: A 0 i I S =
¡¿Ji J ^f-* ~ Japan, 3e jaar van Mei-dji, 50 sen.— z.
66 Twintig sen. Voorkant: Q 5 5 */p EEl ^
^ n r Japan, 3e jaar van Mei-dji, 20 sen. — z.
67 Twintig sen, 6e en 9e jaar der periode Mei-dji, 1873 en 1876. — z.
68 Tien sen. Voorkant: 5 5 Vp n l .
“I“* m Japan, 3e jaar van Mei-dji, 10 sen. — z.
69 Idem. Voorkant: Q 2 j£ 5 5 Vp / i ^ = Japan,
6e jaar van Mei-dji. Keerzijde: -J-* | | j | = tien sen. — z.
(*) Munten van deze soort zijn onder verschillende regeringen gegoten, zoodat geen
jaartal kan worden opgegeven.
Cf) Deze en de volgende munten zijn op Europesche wijze, in Enropeschen vorm
sedert 1871 geslagen.