
152 Om liet gat vier St. Andreas kruisjes.
153 Aan elke zijde van het gat twee aan elkaar sluitende cirkeltjes.
154 Zonder teekens of merken.
155 Idem, het gat grooter en daardoor de metaalrand smaller.
156 Idem, als voren; de metaalrand een weinig breeder.
157 Idem, kleiner.
b. P itts met rond gat. — tin.
158 Javaansche inscriptie, vooralsnog niet ontcijferd.
159 Om het gat vier figuren, uit twee aan elkaar sluitende cirkeltjes
bestaande.
160 Als voren en bovendien om het gat een concentrische cirkel, die
door de cirkeltjes loopt.
161 Zonder merk.
162 Idem, kleiner.
163 // nog kleiner.
164 Niet meer dan dünne ringetjes.
M A D U R A .
SUMANAP.
165
166 , . - - // 1765
167 Generaliteits gulden. — z . . . . // 177
168 Beal batoe. — z . . . . . . . . ; ir , ' 178
169 Indische gulden van 1839 met klop Soemenep in Arab, karakters.
BALI.
170- Chinesche munten, met rotan aaneengeregen, vertegenwoordigen-
de eene waarde van / 0,50. Vijf dergelijke risten vormen eenpelcoe.
Zie Notulen Bat. gen. 1885 , bladz. 68.
S U M A T R A .
ATJEH.
Iskander I I Alaoudin Mogajat Sjah Pjohan (1636 — 1641).
. . . ML 135.
n i M » . - * • • • • ; ; . ; » i 3 6 .
173 I _ g . V *. ’• ’• ’• '• I I N- eQ vdC- 184 ; I S 137'
Tadjoel alam Safiatodddin (1641 — 1675).
o% . , . . N. en vdC. 183; Mi. 138.
174 Mas — g . . • • •
Noeroel edam Nalciatoe’’ddin (1675 1678?).
. . Mi. 139.
175 Mas. — g, . • • • • • - • • * *
Inaÿat Sjah ZaUatoê1 ddm (omstreeks 1680).
1 ,6 M a s - g . ! • • • . . . • • • ^ Mi- U °-
Kamalat Sjah Zinatoeddin (gestorven 1699).
177 Mas.
: . . N. envdC. 185; Mi. 141.
Alaoeddin Sjah Pjohan Sjah (1735 — 1760).
178 Mas. — g
. . N. en vdC. 186; Mi. 144.
1 ,9 Kah, kou, kasja. — t. . . N. en.vdC. 18, ; Mi. 1 « ^ IM .
180 Idem, 1860, 1861, 1867, 1870, 1 8 , 3 . - t N. en vdC. 188 ;
Mi. 151 en 152.
L81 Idem, jaartal onleesbaar, verschillende soorten. — t.
182 Mas, variant van Millies, no. 144. — g.
183 Mas, vz. als Millies, no. 140; kz. onduidelijk g.
184 Mas, onbeschreven. — g.