
11
I
1
280 Naam onbekend. — t. N. en vdO.
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
223.
224.
238 Duit.
239 //
■k. .
-k. .
Nafim onbekend
— t. ............................ ii 225.
t ................................ a 226; Mi. 180.
— t. . . . . . . ii 227; u 181.
t ................................ 228.
— t. . . . . . . u 231.
// 232.
II 233.
B A N K A .
. t .................................N. en vdC. 234 Mi. 219.
— t . ...................... ..... // 235 222.
— t ................................. // 236 225.
— t. . . . . . . n 237 221.
— t. . . ■ . • » 238 226.
- jj # • • • • ii 239 227.
— t ................................. H 240 228.
— t ................................. // 241 229.
— t. . . . . . • 21.3.
Pitis van Pangkal-pinang, IV |V. • k.
250
251
252
253
254
255
256
257
B O R N E O .
PONTIANAK.
Naam onbekend, 1808. — t .........................N. en vdC. 242; Mi. 263.
1811, — k. . . . ; // 248.
k, t ................................ // 244; n 264.
— tin.
, — tin.
SAMBAS.
Naam onbekend. — t ................................... N. en vdC. 247; Mi. 258.
— t ..................................... " 248.
— t. . . . . . . » 249; if 262.
//
//
ii
n
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
268
269
Naam onbekend.— t ........................... N. en vdC. 250; Mi. 261.
// // — t.
Vorm, waarin munten als de voorgaande gegoten werden.
BANDJEBMASIN.
j f e i i k......................................N. en vdC. 251; Mi. 268 en 270.
„ ’ - k . " 252.
„ _ k................................. // 266—269.
„ — k' . h 2 7 2 -2 7 4 .
I - k . , • " 271.
BEOENAI.
Naam onbekend (Vz. pajoeng boven allerlei versierselen, kz. inilah
doeit (?) prentah kompani terkasih belandja negri Broenai tarich
1280, in Arab. kar.) — t.
C E L E B E S
GOA.
Hasanoe-d-din (omstreeks 1667).
Dinara of djingara (grooter dan bij Millies). — g . . . Mi. 285.
Idem. — g " 28SB
O E T O N.
Bida of Kampoea, lapjes, geweven in de woning van den Sultan,
welke tot omstreeks 1870 als geld gebruikt werden. Uitvoerdaar-
van was verboden en namaak zelfs op doodstraf. Jaarlijks werden
ze tegen nieuwe ingewisseld en daarna verbrand. Ingewijd-
den konden valsch<? zeer. goed van echte onderscheiden. Eeeds in
1613 vond A. Schot deze soort van munt op Boeton (Brief aan
M. C o u te e ls, afgedrukt in Begin ende voortgangh der Ver.Ned.
geoctr. O. I. Comp., 2® aeel). In een stuk van 1622, afgedrukt
in de Kroniek van het hist. gen. te Utrecht, 6® serie, deel 2,
bladz. 520, leest men: //dit eylandt Boetton mocht mef recht