R I G T
V A N D E N
G E V E R
A A N D E N
E Z E R.
^ et uitmuntend We r k , de ^mboinfche Raritàtkmicr , door
i Georgius E'oerhardus Rmnphius, in zyn leven Koopman en
Raadsperiôon te Amboina, befchreven , doch na zyn over-
^ lyden eerft in 't ligt gekomen, door toedoen en met veele
<c % Byvoegzelen van Simm Schynvoet, een voornaam Liefhebgjj
Bezitter niet alleen , maar ook den grootften Kenner
in zyn t y d , van zulke Zeldzaamheden , is den Liefhebberen te bekend,
dan dat het noodig zyn zou daar van breeder te gewagen. Nogtans
is het zeive We r k , gclyk het doorgaans ga a t , in zaken voor al van
dezen aart, zoo volmaakt ni e t , dat het door Ophelderingen en Verineerderingen
niet eenigermate zou kunnen verbetert worden. Om die reden en
tot dat einde lieeft François f^alentyn, weleer Predikant te Amboina en
Banda , e n , gedurende den tyd van zyn verblyf aldaar , een zeer yverig
Navoricher en Verzamelaar van deze Rariteiten , deze Vcrhanieïmg der
^^ce - Hörenkens en Zee-Gewaß'en in en omirent ylmboina en de nahygelegene
Eilanden opgefteit, en in zyne Befchryoing van Oud en Nieicw Oofi - Indien
ingevoegt. Doch om den Liefhebberen het genoegen te geven van
deze Verliandeling by het We r k van Rumpbius, daar ze als een p^ervolg
by p ä d , te kunnen voegen, heeft men goedgevonden eenige weinige
Exemplaren daar van afzonderlyk te drukken, welke den zelven tegenwoordig
worden aangeboden.
Im.mers ilentyn voigt de voetftappen van Rttmphius , tot wiens heerlyk
We r k hy ook zynen Lezer wyft. Wa n t hy noemt niet alleen de
Namen, zoo Indifcbe als Europeefche, van de Hoorntjes en Schelpen, die
in Amboina en andere Geweften in Ooii-Indien vallen, volgens de orde ,
by Rumpbius gehouden, 'op, en beichryft die, waar van hy 'zelf Bezitter
was, in hare zoorten; maar daar en boven voegt hy 'er die gene by, welke
Tan Rmnphius overgeilagen z y n , doch die hy zelf bezat en van hem konden
B E R I G T A A N D E N L E Z E R .
den aangctoont worden. Wa a r op h y , van die in het Ooßen vallen gefprokcn
hebbende, overgaat tot de PVeß-IndiJche en Europeefche Zec-
Horenkens en Zee-Gewailen, en van die hy bezat en kende, of daar hy
ergens van gemelt vondt, ons ook een zeer fraaje befchryvinge geeft. Vervolgens
toont hy het Nut en de Oudheit dezer Liefhebbery aan, en (preekt
van deze en gene Sebryvers , zoo onder de Ouden als van later tyd , die
Over de Schelpviflchen en Zee-Gcwallen gefchreven hebben, en by welke
een naauwteurig Onderzoeker van dezelve meerder of minder kan te
regt icomen. Doch om het gebrekkelyke hier van, zoo veel in myn vermögen
was, te vervullen, heb ik achter dit Berigt gevoegt een Lyß van
Sebryvers, die of in voorby ga an, of met opz e t , daar van gehandelt
hebben: waar van 'er eenige wel van f^alentyn zelf zyn g e n o emt , doch
welker Schriften ik wat nader heb willen aanwyzen; maar ook zommige
by hem zyn overgeilagen , of niet bekend geweeft ; en andere naderhand
eerft zyn voor den dag gekomen.
Ik kan niet nahten te melden het goede Getuigenis, dat onze Schryver
geeit van het We r k , door den Italiaanfchen Jefuit Filippo Buomnni over
de Scbaal-Bieren gefchreven, 't welk hy een heerlyk en uitvoerig, ja het
befte werk noemt, dat tot dien tyd toe gemaakt was, en waar ^•an hy ons
niet alleen den körten inhoud vertoont , maar ook opgeeft de vericheiden
zoortcn van Hoorntjes en Schelpen, waar over die Schryver ipreekt, en die
in dit We r k afgebeeldt worden , met byvoeginge van de Namen, waar
mede dezelve by de Nederlanders genoemt wierden. Dat waarlyk van
groot nut is voor die der Italiaanfehe of Eatynfche tale, waar in BtLonmini
geichreven heeft, niet kundig zyn ; vermits zy hier door in ftaat geftelt
worden om van de Aßceldingen , die in dat We r k voorkomen , hun gebruik
te maken. iiier door blyven ook de Oude Namen by ons in wezen
en gebruik , en wordt te gelyk Zorge gedragen dat, door aan een en
dezelve Hoorn of Schelp vericheiden benamingen te geven , gelyk nu en
dan ül eens geichiedt, zulk een verwarringe in deze Lief hebbery niet ontftaa,
dat de Liefliebbers eindelyk elkanderen niet zouden kennen verftaan ,
nog de een weten van welke Hoorn of Schelp de ander iprak. Zoo d a t ,
al was 't maar om deze reden, onze Nederlandiche Liefhebbers deze J^erhandeling
der Zee -Horenkens en Zee-GevjaJ]en niet mifien können.
Eindelyk doet de Schryver ons verflag van de Liefhebbers en Bezitters
dezer Zeldzaamheden, zoo Indifche als f^aderiandfche, die 'er in zyn tyd, en
hem bekend waren; gelyk ook van de Ongemeene Stukken, die hy by dezen
en genen gezien hadt; en iluit deze zyne Verhandeling met ons eenige
zeer zeldzame Hoorns en Schelpen, daar niemandt dan hy alleen , na
zyne gedachten , bezitter van wa s , aan te wyzen , en , om ze ons beter
te doen kennen, na het leven in koper afgebeelt te -s-ertoonen. Wa a r
mede ik ook dit Berigt flniten z a l , dewyl ik niet noodig agte tot aanpryzing
van dit zoo dienftig We r k iets meer te zeggen , dan alleenlyk, dat
jonge Liefhebbers hier uit gemakkelyk leeren können, welke onder deze
Zeldzaamheden de raarfte z y n , en van de meeile waarde,
« 3 L Y S T