
N°. Jaar.
2389. 1787.
2390. —
¿J<?y
U i S f
2391. —
2392. —
2393. —
2394. —
12395. —
2396,
2397. —
2398. B
PI.
2399.
2400. —
2401. —
2402. —
V2403. —
Draagp. als voren, d Schepp. mM. 32/27
Idem, ter eere van Prins Wilelm V
en de Priuses, d. S(chepp), de vz. van
No. 686 en de vz. van No. 637,
g e s t em p e ld ............................mM. 32
DraagpeDning ter eere ala voren, met
gegoten borstbeelden, gedreven
Idem, gestempeld ter eere van Prins
Willem V ..............................................
Idem, gedreven ter eere als voren,
buste met oranjetakken . . . .
Als v o r e n ........................................ .....
Ovaal open gewerkt médaillon met
een oogje waarin het gegoten borst-
beeld van Prins Willem V, links in
een parelrand..................................v.g.
Idem, als voren, met het borstbeeld
van Prins Willem V, links in een
parelrand . . . . . . . v g.
Idem, als voren . . . . . v.g.
Idem, opengewerkt médaillon met een
oogje, waarin het gegoten borstbeeld
van de Prinses, rechts in parelrand, v.g.
Draagpenning gedreven ter eere van
Prins Willem V, ovaal opengewerkt
médaillon met een oogje in parelrand
Als voren, met een strikje
Als voren, van Prins Willem V links,
vz. van 756, kleiner.............................
Als voren, idem rechts . . . v.g.
Knoop met het borstbeeld van Prins
Willem V l i n k s ...................................
N°. Met. Gew.
718. B.
Z. 10.
722. Z. 12.
723. vg. K.
731. Z. 7.
754. Z. 14.
751. Z. 7.
753. Z.
753. Z.
755. Z.
Z. 8.
Z. 10.
Z.
770. Z.
vg. Z.
(2404. — Brabantsche revolutiepenning, vz. het
,/■ ! wapen van Brabant, opschrift: Hi}
• I lijd gern jo k 1787 . . . mM. 44 L. >
L2405. 1788. Op het overl. van F. J. Ewald, R. P.
Pastoor en overste van het Bagijnhof
te Amsterdam, d. Lageman mM. 45 771. Z. 27.
2406. — 'J Per herinnering aan het hersteilen
der ru9t en het sluiten der acte van
garantie door de Nederlandsche gewesten,
ter bevestiging van het Erf-
stadhouderschap, d. Schepp.
v. Gelder 4162. mM. 90 774, Z. 274.
/ / c * 2407. — Op het behond van het Gemeenebest
en op de eensgezindheid daartoe der
Geldersche kwartieren, d. S(chepp).
v. Gelder 4163. mM. 40 776. Z. 32.
/ . 2408. — Hnwelijkspenning van Mr. Isaac van
Teijlingen en Geertruida Johanna
Bouwer. 2 staks . . . mM. 33 777. Z. 12.
121
f z r
- AS,
N°. Jaar. PI. N°. Met. Gew.
2409. 1788. Op het bezoek door de Vorstelijke
familie afgelegd te Broek in Water-
land, d. Lageman . . . mM. 30 779. Z. 10.
/ . — 2410. — Gedenkpenning van het Schutterlijk
exercitiegezelschap te Delft, d. J. C.
2 stuks. v. Gelder 4166. mM. 32 781. Z. 12.
_ 2411. — Eeuwfeest van den tocht van Prias
Willem III naar Engeland. mM. 34 782. G. K.
//<£" 2412. 1789. 50-jarig huwelijk van W. Kouwens
en F. van Muijen, d. J. Everts, lijst
N°. 3 5 4 * ............................mM. 35 Z. 14.
Knoop met Republique Française.
mM. 25 K.
2414. — Dito kleiner K.
2415. — Ter eere van W. Pit, Minister in
E n g e lan d ............................mM. 33 L.
2416. — Ter eere en met borstbeeld vau H.
van der Noot, bevrijdcr van België,
tz. omsehrift: le lion Belge irise
ses chaînes et nous donne la liberté.
mM. 45 Z. 31.
0 2417. 1790. Legpenning der Brabantsche patriotten
na het afschudden van het Oosten-
rijksche juk, (door Vlaanderen gesla-
gen.) mM. 33. Appel III 1, 729.
v. Gelder 6186 Z. 10.
2418. — Idem, als voren, met toestemming van
alle standen van Brabant geslagen.
ii> ) mM. 33. Appel III, 1, 730.
v. Gelder 6189 K.
Draagpenning voor de gewapenden,
tijdens den opstand in Brabant door
de Patriotten onder van der Noot, na
het afschudden van het Oostenrÿksche
juk . . v. Gelder 6188. mM. 29 Z. 9.
2420. — Een llorijn van vertrouwen of Brau
\ brantsche revol utiegnlden, vz. in uni-
' /& I one salus. Appel III, 1, 731. Bonneville
IV, 3. v. Gelder 6197. mM. 30 Z. 9.
^2421. — X Sols dito of halve gulden. Appel
III) 1> 734. 2 stuks. mM. 25.
/ . , v. Gelder 6198 Z.
'•¿ Z.! 2422. — Gonden Leeuw (veertien gnlden) der
Brabantsc révolu tie, vz. Domini est
regmm. Bonneville IV, 1. mM. 25.
J j „ 0 v. Gelder 6193 Gond. 8.
'Z Z # 2423. — 3 Elor. of kroon, als voren, met
kantschr.: Quid fortuis leone. Bonneville
IV, 2 v. Gelder 6194. mM. 41. z. 32.
_2419. —