N°.
/ â To 3049.
_ <¿0 2050.
Jaar.
1751.
PI.
/ l o .
i f T l
- 2064
p ¿ ¿ f2 0 6 5 .
z. J.
—, ¿ o 2051.
/ f e 2052.
£¿7 ¿ T 2053. 1751.
. — 2054. —
J / - ¿ f 2 0 5 5 . —
2056 —
1 2057. —
- . ft> 2658. ' "
— 6 2059. —
/ ( P M 2060. —
Op de kinderen van Prius Willem IV
en Prinses Àuna, d. Natter. mM. 58
Turfteelen van Dordrecht, vz. het ge-
stempeld stadswapcn, tz blank, met
ingestempeld 1 '■ . Deze teekens werden
gebruikt om wanneer bij den zoo-
genaamden bewaarder der kaart, na
betaling der tnrfbelasting, zieh daar-
mede te vervoegen bij den keurmeester
en vervolgens naar het Weeabuis, tot
het doen kenren en ontvangen der ton
tot het doen meten . . mM. 42
z. j. Ala voren, (met ingeatempeld 4).
mM. 42
(1751). Klapmakersteeken van Dordrecht, vz.
gestempeld atadawapen, tz. de letters
K. W...................................... mM. 46
Voorproef van den muntmeester W.
v. .N (levclt. te Dordrecht (gegraveerd
onnitgeg-)................................. mM. 22
Muntproef van denzelfde (gegraveerd
onnitgeg.), d. W. v. Nievelt). mM. 22
W. v. Nievelt, Mr. mnnter geworden
(gegraveerd onuitgeg,), d. W. v. Nievelt
........................................mM. 22
Gildepenniog van de vruchtenmarkt
te Dordrecht aan Hendrik Meijboom
( g e g r a v .) .......................mM. 64
Op de plechtige inhnldiging van Prius
Willem IV te Veere en Vlissingen
als Markgraaf, d. J. G. Holtzheij.
mM 40
Strooipenning bij de inhnldiging van
Prins Willem IV als Marquis van
Veere en Vlissingen, d. N. v. Swind
e r e n ..............................mM. 32
Als voren met Vlissing. « et Verae”
d. N. v. Swinderen . mM. 32 v.g.
Op het overlijden van den erfstad-
hendec Prins Willem den vierde,
d. N. v. Swinderen . . . mM. 64
(2061. —
2062. —
& 2063. —
Overlijden van W. K. H. Friso (Wil-
lem IV) Brfstadhouder, d. Simón.
mM. 47
Op dezelfde gebeurtenis, d. A. A(ndeles
. . , .............................mM. 37
Op dezelfde gebeurtenis, vz. d. L.
Natter, tz. d. N. v. Swinderen. mM. 50
Op dezelfde gebeurtenis, d. N. v. S.
Op dezelfde gebeurtenis, d. J. G.
H o ltzh e ij...................................mM. 41
N°. Met.
265. Z.
297. Z.
298. Z.
298. Z.
299. Z.
B.
300. Z.
301 Z.
302. Z.
303. Z.
Gew.
94.
22.
12.
11.
92.
17.
47.
27.
27.
N*.
¿ , / r 2066.
/J e> 2067.
í V f 2068.
^ 2069.
- f ^ m o .
- f c > 2071.
H | '2073.
2074.
2075.
2076.
2077.
2078.
_ J o 2079.
11
m
Jaar.
1751. Als voren met klein verschil. (Zie
catal. Holtzheij n°. 67, v. Gelder
3951, d. J. G. Holtzheij. mM. 22, v.g.
1752'. Op het aanvaardde gouvernantschap
der Verecnigde Provinciën, aan de
Prinses douairière en voogdesse op-
gcdragen, door de algemeene Staten
en die der afzonderlijke Provinciën,
gedurende de minderjarigheid van den
Prins Erfstadhouder Willem V, d.
J. G. Holtzheij . . . . mM. 41
— Stedepenning ter eere v. Prinses Anna,
Douarière van Oranje, Gouvernante
en voogdes, op last der gevolmachtig-
d'cn van het kwartier der Friesche
steden geslagen, d. N. v. Swinderen.
mM. 37
— Op de plechtige uitvaart van wijlen
Prins Willem den Vierde, Erfstadhouder,
d. J. G. Holtzheij . mM. 50
— Op hetzelfde onderwerp, d. J. G.
H o ltz h e ij .............................mM. 35
— Op hetzelfde onderwerp, d N. van
Swinderen . . . . . . mM. 37
— Voltooiing der Leuvensche vaart.
mM. 31
— Op de verheffing van Prins Willem V
tot ridder van den Kousenband, d. J.
G. H o ltzh e ij.......................mM 39
— Als voren, d. J. G. Holtzheij. mM. 29
— Feestmunt van de provinciale Munt
van Gelderland te Harderwijk bij het
openen van de bus onder het bestuur
Prinses Douairière Anna als gouvernante
en voogdes, d. J. G. Holtzheij.
mM. 40
1753. Op den aanvang des jaars, d. J.
G. Holtzheij . . . mM. 43, v.g.
— Als voren . . . . . mM. 34
— Gedenkpenning, bij gelegenheid van
het aanvaarden van het muntmeester-
schap der Geldersche munt te Harderwijk,
door Johannes Kramer, aan
de Prinses-Gouvernante en aan het
muntbestuur vereerd, d. B. v. Swinderen
.................................. mM. 39
— Lodewijk XV, 06 natum VI ordines
meriat paris. Op de geboorte van den
Hertog van Aquitanie, d. J. Duvivier.
Mus Monit 129 . . . . mM. 41
N°. Met. Gew.
303. Goud. 3.
1
306. Z. 25.
307. Z. 15.
308. Z. 45.
309. Z. 15.
310. Z. 15.
K.
326. Z. 20.
326. Z. 10.
407. Z. 17.
329. Z. 29.
329. Z. 13.
330. Z. 22.
mII\: jÉSât !
P I ¡ s i l
m111S
I
ü
m
p f i
ü i fja fj
m
î mm*
iI iHSB
a s
1