112 Koninkryk Rolland.
N°. Jaar. Verkade, PI. N°.
2467. 1809. Rijksdaalder. Met e. d a . .................................... 193, 4,
2468. — Als voren. Tz. de geharnasde staande man. Omschr, e e n -
d b a c h t m a a k t m a q t , . . , . . Proef in irons. 194, 1.
2469. 1807. Gulden. Met den naam George op de afsnede van het
Bb. Tz. koningrik e n i - l , . . . . . . . . — 2.
2470. 1808. Twee en een half guldenstuk. Met 21la-—GK. Met den
naam George en kantschrift —■ 3.
2471. — Gulden, Met k a n ts c h r if t — 4.
2472. 1809, Als voren — 4.
2473. — Tienstuiverstuk. Met k a n ts c h r ift — 6.
2474. 1808. Muntproef naar het procede van de Salneuve, op de
muntpersen van den koning van Holland. Met kantschrift,
Gr. Nahuijs, N°. 51. Zilver, 24 gr.
2475. — Als voren. . . , . Brons.
2476. — Als voren. Zonder kantschrift................................Id.
2477. 1812. F r a n s e h b ew in d . N a p o l e o n . Franc, te Utrecht
geslagen.
2478. 1812,13. Franc en halve franc, als voren.
k o n i n k r i j e : d e b n e d e r l a n d e n .
W il l e m I.
2479. 1815. Dukaat, op den Stempel der prov. Ulrechtsche geslagen.
G o u d , W. 3,5 gr. ZAe 98, 4.
2480. 1817. Dukaat. Met het gebakerde kindje of mummie als munt-
teeken. Verkade, tekst, N°. 1058. Id., TV. 3,5 gr. Vergel. 196, Í .
2481. 1018. Tienguldenstuk . . . . . . . Id., r. 6,7 gr. — 2.
2482. 1840. Ala voren.................................................. Id., TV. 6.7 gr. — 2,
2483. 1816. Rijksdaalder. Oude provinciale type — 4.
2484. 1817. Driegulden ................................................... 197, 1.
2485. 1818. Driegulden, met het gebakerde kindje, Proef in brons. — 1.
2486. 1823. Als voren..................................... — 1.
2487. 1832. D rieg u ld en ............................................ — 1.
2488. 1824,18. Gulden en halve gulden . . . . . . . . . — 2,3.
2489.
1818,19. Tiengulden, 3, 1 en 1/g gulden. Proefslagen in koper.
2490.
10, 1 en l/a gulden als voreu, benevens Ppl. Bb. van
Willem II, Vz. van het 21/a guldenstuk. Proeven in koper.
Koninkryk der Nederlanden, 118
N°. Jaar. Verkade, PI. N°.
2491. 1818, 19. 10 en 1 gulden. 5 stuks als voren.
2492. 1817. Vijfentwintigcentstuk. Met het gebakerde kindje,
Proef in brons. 197, 4.
2493. 1825. 25, 10 en 5 Cent, 3 stuks.................................. 197, 4. 198, 1,2.
2494. 1836, 27, Als voren. 3 stu k s 4. _ l. 2.
2495. 1821. Cent. Op de keerzyde de W in g e s la g e n . Misslag. — 3.
2496. 1824. Halve cent . . . . . . . Proef in GrOud, W. 1,6 gr.
2497. 1840. Rijksdaalder.
2498. — Gulden. Proefslaq,
Willem II.
2499. 1841. Proefstuk, geslagen op eene muntpers vervaardigd door D. Uhlhorn
te Grevenbroich, met Bb. van Koning Willem II. Brons.
2500. 1842. Tienguldenstuk. . . . • . . , , Goud. W.. 6,5 gr.
2501. 1843. Vyfguldenstuk . • t t . . , Id., H 3,3 a
2502. 1848. Dubbele negotiepenning . • • • . Proef. Id., It 13,4 ,
2503. — Enkele negotiepenning. . . . . Id. Id., M 6,7 .
2504. — Halve negotiepenning . . . . . Id. Id., H 3,3 *
2505. 1841, 2’/2 Gulden.' Proef.
2506. 1845. Als voren.
2507. 1846. Als voren. Proef.
2508. 1842. Gulden. Idem.
2509. 1846. Als voren. Idem,
2510. — Halve gulden, Met groven kabelrand. Proef.
2511. 1847. Als voren. Met fijnen kabelrand. Idem.
2512. 1848.49. Gulden, I/2 gulden, 25 en 10 cent, 4 stuks.
2513. 1848. 25 en 10 centstuk, 2 stuks. Proeven.
2514. — Stuiver. Proefslag. Zeer zeldzaam.
W i l l e m III.
2515. 1850. -Dubbele gouden negotiepenning. . . . Goud, W. 13,4 gr.
2516. — Enkele als voren . id ., „ 5^7 t
2517. — Halve als voren Id., „ 3 3 »
2518. 1849. Rjjksdaalder. Proef.
2519. 1850. Gulden.