
XVIII.
TITELS, ZEGELS, WAPENS.
A. TITELS.
*276oa. Titelprent van Joh. v. Beverwijck, Van de Wtne-
mentheyt des Vrouwelicken Geslachts. Eene ge-
kroonde vrouw met scepter in de hand en boven wier
hoofd twee engelen, een lauwerkrans en eene banderol
met opschrift : Wtnementheyt der Vrouwen, houden, zit
op een Romeinsch altaar en wordt gehuldigd door vijf
rond haar staande mannen, t.w. : Mars, in de gedaante
van Prins Maurits, naast wien de Roomsche Keizer, die
kroon en rijksappel aanbiedt ; rechts : een Schilder en
twee personen met geschriften in de hand, waarvan een
door een engel gelauwerd wordt en de ander, in toga
gekleed, Mr. Corn. Boy voorstelt, die in verzen eene
vrij onduidelijke verklaring dezer titelprent gaf ; op
den achtergrond Dordrechts Groote kerk. Grav. n. en
waarschijnlijk ook d. P. Lesire. Hg. 12.4, br. 15.7 c.
Van dit werk verscheen de eerste druk in 1639, de
tweede in 1643, beide bij Jasper Gorisz. Boeckver-
kooper wonende bij de Wijnbrugh in de Griffioen (Dordrecht)
kl. 8°.
In den tweeden druk, die opgedragen is aan Prinses
Maria van Engeland, gemalin van Prins Willem II en
met haar portret is voorzien, is bijgevoegd : Tot Dordrecht
gedruckt bij Hendrick van Esch.
T