
B. HISTORIE.
XVI.
GEBEURTENISSEN, ZINNE- EN
SPOTPRENTEN.
2340A. 1524,11 Dec. Marteldood van Hendrik v. Zutphen.
Martyrium Henrici Zutphanii, nati a 1488, Verbi Divini
Praeconis Bremensium et Meldorpensium, trucidati a Dit-
marsis prope Heidam d : 11 Dee. 1524, combusti d : 12
ejusd. Onderschrift eener prent voorstellende : Van
Zutphen liggende op een soort van ladder, te midden
van een kring van met spiesen gewapende landlieden,
terwijl een drietal personen hem met hamer, spies en
dolk verwonden. Links een edelman (?) (M. Warner),
vóór wien drie monniken staan} rechts eene geknielde
biddende vrouw (Wibe Jungen), achter haar een soort
van brandstapel. Met vele nummers in de plaat, waar-
van de verklaring echter ontbreekt.
Grav. d. Püschel. Gemerkt : Tab. 25 ad Tom. IV . Hg.
18, br. 20 c. Uit een Duitsch werk.
Van Zutphen was een Augustijner monnik, geb. te Zutphen 1488, die
van 1516— 1521 het priorschap van het Augustijner klooster te Dordrecht
bekleedde en later in hetzelfde ambt te Antwerpen werkzaam
was, waar hij om zijne Luthersche gevoelens gevangen werd gezet.
Door het volk uit zijne gevangenis bevrijd, vluchtte hij in 1522 naar
Bremen en werd te Meldorf in het Ditmarsche (Holstein) als Evangelie-
prediker beroepen. Doch 00k hier lieten zijne vijanden hem geen rust.
Met geweld werd hij naar Heide gevoerd en daar door het fanatieke
landvolk eerst geworgd en daarna verbrand, 11 Dec. 1524. Zie Van
der Aa, Biogr. Woordenà. in voce: Zutphen [Hendrik van).