![](./pubData/source/images/pages/page6.jpg)
From New York with Love
D e tekeningen
verzameling
van Matthi] s
de Clercq Michiel Plomp
Körnende zomer is in het prentenkabinet van Teylers Museum een heel bijzondere
tentoonstelling te zien. Matthijs de Clercq, een groot liefhebber en verzamelaar
van de Nederlandse tekenkunst, toont werken uit zijn collectie. Bijzonder is, dat
na afloop van de tentoonstelling al deze tekeningen in het museum zullen blijven!
Een deel is al geschonken door de verzamelaar en de overige tekeningen volgen
later. Nu zijn al deze meesterwerken voor het eerst samen te zien.
HoeweLMatthijs de Clercq sinds zijn
achtentwintigste levensjaar in New York
woont, heeft hij zijn hele leven een Sterke
band met Nederland behouden. O f beter
gezegd met Haarlem. De aanleiding om
tekeningen te gaan verzamelen heeft zelfs
alles met Teylers Museum te maken. In
1989 organiseerden Eric Ebbinge en Carel
van Tuyll, toen respectievelijk directeur
en hoofdconservator van het museum, met
diverse Amerikaanse collega’s in Amerika
een reizende tentoonstelling van top-teke-
ningen uit Teylers Museum. Matthijs zag
deze tentoonstelling, Front Michelangelo
to Rembrandt. Master Drawingsfrom the
Teyler Museum, in the Pierpont Morgan
Library in New York. De confrontatie met
deze prächtige werken, bewaard in de stad
van zijn jeugd, stimuleerde hem de (Nederlandse)
tekenkunst te bestuderen. Al snel
zocht hij contact met Teylers Museum, en
is hij zieh meer en meer in de Haarlemse
verzameling gaan verdiepen.
Als gevolg van dit contact met de collectie
en de conservatoren van Teylers Museum
kreeg Matthijs de behoefte - zoals dat bij
Amerikaanse verzamelaars wel meer voor-
komt — het museum te helpen met aanko-
pen. Voor Matthijs kwam daar nog bij dat
hij met lede ogen aanzag hoe rijke Amerikaanse
musea de almaar schraler wordende
kunstmarkt afstroopten. Dit deed hem
realiseren dat actie geboden was om nog
iets voor Teylers Museum in de wacht te
slepen.
Hoewel Matthijs de Clercq een uitgespro-
ken eigen smaak heeft op het gebied van
de beeidende kunst, stelt hij deze nu op
het tweede plan. Het gaat hem er om,
de tekeningenverzameling van Teylers
Museum aan te vullen en te verbeteren.
Mede daarom ligt in zijn verzameling de
nadruk op de Nederlandse zestiende eeuw.
Afgezien van een fenomenale groep van
tekeningen van Hendrick Goltzius bezit
Teylers Museum bijna geen zestiende-
eeuwse Nederlandse tekeningen. De
Clercq heeft kans gezien om in amper
Quirinus Talesius o f Quirijn Dirksz (1505-1573)
De dronkenschap van Noach
Rood krijt, penseel en grijs bruine inkt,
blauw gewassen; 175 x 298 mm
Gerrit Battem (1636-1684)
Een laan met bomen en een landhuis
Dekverf; 210 x 333 mm
tien jaar tijd het museum te helpen met
de verwerving van ‘firsts’ van belangrijke
zestiende-eeuwse meesters zoals Pieter
Aertsen, Hendrick van den Broeck,
Pieter Coecke van Aelst, Jacob Matham,
Quirinus Talesius en Maerten de Vos. In
sommige gevallen financiert Matthijs de
hele tekening, in andere gevallen legt hij
een deel van het bedrag bij. Juist zo’n
‘startkapitaal’ is belangrijk want dat werkt
dan als een vliegwiel op andere schenkers
of andere fondsen.
Een zeer interessante tekening is de
Dronkenschap van Noach door Quirinus
Talesius (afb. 1). Dit is een bijzonder werk
omdat het de enige bekende tekening is
van Talesius en omdat Talesius zeer waar-
schijnlijk geidentificeerd kan worden als
Quirijn Dirksz, de burgemeester van Haarlem
tijdens het beleg van 1572-73. De tekening
is rechts onder gesigneerd ‘Talesius’.
Talesius studeerde rechten in Keulen en
was vervolgens zeven jaar lang secretaris
van Erasmus in Basel. In 1531 keerde hij
3
Adriaan David van der Gon Netscher (1811-1897)
Een ‘Neger BaV in Georgetown
Aquarel; 278 x 223 mm
terug naar Haarlem, waar hij burgemeester
was. Uiteindelijk liep het dramatisch af
met deze erudiete bestuurder. Omdat hij
tijdens het Spaanse beleg van Haarlem
trouw bleef aan het katholieke geloof,
werd hij beschouwd als een aanhanger van
de vijand. Zijn stadgenoten hebben hem
daarom op de stadswal, in het zieht van
de belegeraars opgehangen.
Behalve zestiende-eeuwse tekeningen
bevat de verzameling van Matthijs de
Clercq 00k prächtige zeventiende-eeuwse
bladen, onder andere landschappen, genre-
taferelen, stadsgezichten en figuurstudies.
Gerrit Battems in dekverf uitgevoerde
landschap Landhuis met avenue bij voor-
beeld, valt op; door het fraaie kleurgebruik
lijkt het op een olieverfschilderij (afb. 2).
Het panoramische aspect van het werk
verraadt de invloed van Battems 00m,
de bekende landschapschilder Philips
Köninck.
Hoogtepunten voor Matthijs de Clercq
zijn, als hij op een veiling of bij een han-
delaar de onverwachte of beter nog, de
‘ondeugende’ kant van een tekenaar tegen-
komt. Zo geniet hij intens van de satirische
figuurtekeningen van Pieter Quast, de
bestolen dief van Jan Luiken, de vechtpar-
tijen van Adriaen van de Venne en Thomas
Wijck en, last but not least, het uitgelaten
‘Neger BaV in Georgetown van Adriaan
David van der Gon Netscher (afb. 3).
Het ‘Neger BaV maakt deel uit van een
fascinerend schetsboekje van de hand van
de begaafde amateurtekenaar Van der Gon
Netscher. Hij laat daarin allerlei scènes uit
het leven in Suriname en Brits Guyana van
rond 1850 zien.
Het is toepasselijk om met dit schetsboekje
te eindigen. Op een bepaalde manier is het
nauw verbonden met Matthijs de Clercq,
de verzamelaar die door zijn enthousiasme
zoveel mogelijk heeft gemaakt voor de
Kunstverzamelingen van Teylers Museum.
Van der Gon Netscher was een Nederlan-
der die op jeugdige leeftijd de oceaan overstak
om zijn geluk te beproeven in de
nieuwe wereld, net als Matthijs de Clercq.
En net als Matthijs was hij een man met
een brede kijk op de wereld, en met een
open 00g en hart voor vrolijkheid.