ox ylers Museum
agazijn
Dit is het honderdste nurnmer van Teylers Museum Magazijn.
Sinds 1983 verschijnt het blad met de regelmaat van de klok
vier keer per jaar. Het doel is in die vijfentwintig jaar hetzelfde
gebleven: belangstellenden regelmatig informeren over ‘aile
wisselende activiteiten van het muséum, alsook om de achter-
gronden te belichten van de collecties, de historié en andere
onderwerpen die in nauwe relatie tot het muséum staan.
Tevens zullen mededelingen van de Stichting Vrienden van
Teylers Museum in dit blad worden opgenomen’, aldus
toenmalig directeur E ric Ebbinge.
In de loop van de afgelopen vijfentwintig jaar is er veel veran-
derd in Teylers Museum. In 1983 kwamen er 26.176 bezoekers
en dit jaar verwachten we er meer dan 80.000. Het gebouw
is grotendeels gerestaureerd en er zijn twee nieuwe vleugels
aangebouwd. Het aantal collega’s is toegenomen en de activiteiten
die nu plaatsvinden, waren in de situatie van 1983 niet
mogelijk. Het budget was toen minder dan minimaal. Toch
werd dit blad gelanceerd als een manier om aan de buiten-
wereld te laten zien dat Teylers Museum bestond en belang-
rijke zaken te melden had. Na honderd nummers kan gecon-
stateerd worden dat deze opzet volledig is geslaagd.
In de honderd edities van het Magazijn, zoals het blad kortheids-
halve meestal wordt genoemd, is de grote ontwikkeling van het
muséum goed te volgen. In de loop der tijd evolueerde de inhoud
mét het muséum. De eerste vijftig nummers bevatten vooral
informatie over de geschiedenis van het muséum en de collecties.
Ook vond men er vele mededelingen inzake lezingen, concerten,
personalia en de Vrienden van Teylers Museum. Vanaf 1996 is er
veel meer aandacht voor de vele tentoonstellingen die in de nieuwe
ruimten werden georganiseerd. Naast de Tentoonstellingszaal
werden toen ook het Prentenkabinet, het Boekenkabinet en de
Penningvitrine in gebruik genomen. Het blad werd meer een echt
tijdschrift met achtergrondartikelen en minder een mededelingenblad.
Dat is ook logisch omdat er nieuwe communicatiemiddelen
bijkwamen, zoals de website (1996!), de kwartaalagenda (2002)
en de maandelijkse elektronische nieuwsbrief (2006).
Opvallend is het grote aantal artikelen van de eigen mensen aan
die honderd nummers. De meeste stukken zijn van de hand van
conservatoren, maar ook medewerkers van bijvoorbeeld de afde-
ling publiekszaken, bibliotheek, gebouwen en beveiliging schreven
interessante bijdragen. Dit is een treffend voorbeeld van de grote
betrokkenheid bij het reilen en zeilen van het museum, waardoor
het blad een heel eigen inhoud en uitstraling heeft gekregen. In
geen enkel ander periodiek komt men onderwerpen over kunt
en wetenschap in een vergelijkbare combinatie tegen.
Samen vormen de artikelen en mededelingen van de afgelopen
vijfentwintig jaar een unieke bron van gegevens over de collecties,
het gebouw en de medewerkers zelf. Daarom is besloten de
honderd nummers integraal te digitaliseren, zodat zij straks
op elk geschreven woord doorzoekbaar zijn via de website.
Iedereen die wel eens is betrokken bij de productie van een blad
weet hoe moordend de routine is. Auteurs moeten op tijd bena-
derd worden, illustratiemateriaal geselecteerd en klaargemaakt
voor reproductie, de vormgeving moet gemaakt en de drukker
moet op tijd en goed leveren. Daarna moet de verzending vlekke-
loos verlopen. Het komt niet vaak voor dat dit procès precies
volgens de oorspronkelijke opzet en binnen de gestelde deadlines
verloopt. Een onverwoestbaar humeur en improvisatietalent zijn
onmisbare eigenschappen voor de eindredactie.
De eerste veertien nummers nam Ton Wiechmann voor zijn
rekening. Na een intermezzo met eindredacteuren Eric Ebbinge
en Michiel Kersten (no. 15) volgde voor vier nummers het duo
Michiel Kersten en Ton Wiechmann. Bert Sliggers heeft tot nu
toe verreweg de meeste nummers geredigeerd: van nummer 20
tot nummer 72, een absoluut record!
TEYLER< |>MUSEUM
m agazijn 1 h erfst *83
TEYLERS
NltKfÜiUGl
geoB B üd J
11p IM
»lIAMAANSPl
^ERENINQEN
1400-1700
PbÔEKEN EN &
MANUSCRIPTE
UIT DE BIBLIOlj
VAN CREVENN/j
KWASTVINNIG1
Over vlssen j
-die aan wal J
stappen )
T e y l e r s B f c A z i jN
Daarna nam Marijke Besselink voor enkele nimuners zijn taak
over. Vanaf nummer 79 tot en met nummer 99 waren Hans
Gramberg en Fred Pelt met deze taak belast. Binnenkort krijgt
Fred Pelt een nieuwe collega, zodat de eindredactie bij de volgende
nummers weer op volle sterkte is. Iemand die qua betrokkenheid
Bert Sliggers bijna naar de kroon steekt, is fotograaf Martijn
Zegel. Sinds nummer vijftig is er geen enkele editie versehenen
zonder zijn foto’s. Op deze plaats wil ik hen graag namens alle
lezers hulde brengen voor de liefde, zorg en moeite die zij met
ijzeren regelmaat in het blad hebben gestoken. Het is aan hen
allen te danken dat er elk kwartaal een verzorgd blad met een
interessante inhoud verscheen.
In de loop der tijd werd de naam enigszins aangepast. De oorspronkelijke
titel was Teylers Museum Magazijn. Vanaf nummer
26 heette het blad Teylers Magazijn en sinds nummer 84 Teylers
Museum Magazijn. Dit alles ongetwijfeld tot wanhoop van de
titelbeschrijvers in de bibliotheken. Deze veranderingen in de
naamgeving lopen parallel aan veranderingen in de vormgeving.
De eerste vijfentwintig nummers laten zien hoe men zoveel mogelijk
informatie op zo weinig mogelijk papier kwijt wilde. Er was
geen omslag en de uitvoering was in zwart-wit. Het eerste artikel
begon gewoon meteen onder de titelbalk van het blad. Dat was
in de tijd voordat de elektronische opmaak bestond. Stroken-
proeven werden toen nog met de hand gecorrigeerd en op maat
geknipt door de redactie, die ook de vergrotingsfactor van de
begeleidende illustraties zelf mocht uitrekenen. De basisvorm-
geving was van F.J.A. Driessen en het zetwerk van studio Greenfield.
Vanaf nummer 25 maakte Michael Schnitker de basisvorm-
geving en het Magazijn zag er meteen een stuk professioneier uit.
De uitgave van nummer 50 viel toevallig samen met de ingebruik-
name van de nieuwe tentoonstellingsruimten in 1996 en het is
geen wonder dat toen ook het hele blad van karakter veranderde.
Lambert de Jong zorgde voor een nieuw uiterlijk, dit keer met
omslag. De laatste verandering vond plaats bij nummer 84 en
hield verband met een wijziging van de huisstijl. Vanaf die tijd
-is het blad onder de hoede van Berry Slok, de ‘huisvormgever’.
In de honderd nummers bleef de omvang van 16 pagina’s in
principe ongewijzigd. Bij de thematische uitgaven werd soms
wel voor meer pagina’s gekozen en in die gevallen was er ineens
ook meer kleur te zien. In 2005 verscheen de eerste uitgave van
het Magazijn volledig in kleur. Het was de eerste, en tot nu toe
enige, spéciale editie van het blad. Deze was geheel gewijd aan
het werk van Nono Reinhold en haar vrienden dat in het Prentenkabinet
werd geëxposeerd. Het was ondenkbaar dat dit werk
volledig in zwart wit werd afgebeeld. In hetzelfde jaar verscheen
nog een tweede Magazijn in kleur: het themanummer 88 over
Michelangelo. Dit jaar verscheen nummer 98 volledig in kleur
ter gelegenheid van de tentoonstelling over Piranesi. Kleur
voegt heel veel toe aan het beeid. Bovendien is het dankzij digitale
technieken veel gemakkelijker te produceren dan vroeger. Met
ingang van nummer 100 wordt Teylers Museum Magazijn
voortaan standaard in kleur gedrukt.
Het Magazijn gaat met zijn tijd mee. Wat blijft, is de functie van
het blad zoals verwoord in het eerste nummer: belangstellenden
informeren over de vele aspecten van Teylers Museum en de
Vriendenkring. Naast de nieuwe communicatiemiddelen blijft
het Magazijn een he'el eigen functie vervullen. Het biedt achter-
grondinformatie bij de vele tentoonstellingen en activiteiten die
in het museum plaatsvinden. Wij blijven u infomeren en hopen
dat het blad u in zijn nieuwe gedaante zal bevallen.
Marjan Scharloo
directeur Teylers Museum