Van Amsterdam
naar Parijs
Kunstwerken uit de verzameling Teixeira de Mattos
Carel van Tuyll
Centraal in deze tentoonstelling Staat een selectie uit de vele
kunstwerken die het echtpaar Teixeira de Mattos-Hansen tussen
1918 en 1971 bijeenbracht en die zij aan Teylers Museum legateer-
den. Het gaat daarbij in eerste instantie om tekeningen en schil-
derijen van Joseph Teixeira zelf, maar daarnaast 00k om een groot
aantal boeiende en mooie werken van tijdgenoten en bevriende
kunstenaars als Joseph Mendes da Costa, Samuel Jessurun
de Mesquita, Isaac Israels, John Rädecker en Dirk Nijland.
Samuel Jessurun de
Mesquita (1870-1944)
Portret van een leerling
van de kunstenaar
Linoleumsnede
302 x 189 mm
De tentoonstelling is een voortvloeisel uit
de nauwe banden die de kunstenaar Joseph
Teixeira en zijn echtgenote, Ellen Teixeira-
Hansen, gedurende lange jaren onderhiel-
den met Teylers Museum en met de opeen-
volgende conservatoren van de Kunst-
verzamelingen van dit museum. De eerste
contacten dateren uit 1928, toen Teixeira’s
goede vriend, de fysicus Prof.dr. Adriaan
Fokker, benoemd werd tot lid vari Teylers
Tweede Genootschap en tot curator van
het Fysisch Kabinet van het museum.
Het was Fokker die de kunstenaar in con-
tact bracht met de toenmalige kastelein,
Hendrik Buisman. Een jaar later betuigde
deze laatste zijn steun aan Teixeira door
vier van diens tekeningen, recent in Parijs
ontstaan, voor de kunstverzamelingen van
het museum te verwerven. Het was het
begin van een ‘speciale relatie’, die jaren-
lang zou voortduren.
Joseph Teixeira (1892-1971), in Amsterdam
geboren, was in essentie autodidact. Zijn
tekentalent had zieh al vroeg geopenbaard,
3-
Joseph Teixeira de Mattos (1892-1971)
Zelfportret, 1921
Potlood, penseel in waterverf *
596 x413 mm
maar de opleiding die zijn ouders hem
wilden laten volgen aan de Rijksnormaal-
school en die bekroond had moeten
worden met de acte van tekenleraar,
beviel hem allerminst en werd voortijdig
gestaakt. Belangrijker waren de aanwijzin-
gen en lessen van twee oudere Portugees-
joodse kunstenaars met wie de familie
bevriend was, Joseph Mendes da Costa
(1863-1939) en Samuel Jessurun de
Mesquita (1870-1944). Beiden onderken-
den de gaven van de jongen en stimuleer-
den zijn ontwikkeling. Mesquita geldt als
de echte leermeester van Teixeira; in een
houtsnede portretteerde hij zijn jonge
leerling op zestienjarige leeftijd (afb.i).
De affectie die Teixeira voor beide mento-
ren voelde blijkt onder meer uit het aan-
zienlijke aantal werken dat hij in latere
jaren van hun hand bijeenbracht. Zo bezat
hij tientallen tekeningen en houtsnedes
van Mesquita, en wist hij e lf plastieken en
een tekening van Mendes te bemächtigen.
In een karakteristiek blijk van hommage
maakte Teixeira diverse van Mendes’ plastieken
- zoals bijvoorbeeld een expressief
Baviatienmasker - tot onderwerp van zijn
eigen schilderijen (afb.2).
Het was Mendes die de jonge Teixeira in
1914 in contact bracht met de bekende
kunstcriticus H.P. Bremmer. Zijn adviezen
hielpen de kunstenaar op weg bij het ont-
wikkelen van een persoonlijke, realistische
stijl en een karakteristieke werkwijze, die
hem een eigen plaats gaven temidden van
de kunstenaars van zijn tijd. Teixeira was
en bleef een realist, die in het uiterlijk der
dingen voldoende aanleiding vond tot
esthetisch onderzoek. Vanaf het begin
beet hij zieh vast in een beperkt aantal
onderwerpen, die hij over längere periodes
steeds opnieuw in beeid bracht, experi-
menterend met nieuwe gezichtshoeken,
benaderingen en technieken. In zijn jeugd
waren dat vooral zijn eigen familieleden;
zijn vader werd steeds opnieuw door hem
geportretteerd. Andere onderwerpen uit
die begintijd waren de krokodillen in
Artis; de tentoonstelling bevat enkele