MUNTEN en PENNINGEN
Gouden Munten.
Ma c e d o n i e .
1 Alexander de Groote. Gouden Stater. Fraai exemplaar.
Nij m e g en.
.2 Goudgulden (Cnapeoeck) met den H. Stephanus, v. d, Chijs pi. I. 4.
H o l l a n d .
3 Filips de Goede als graaf 1433—-1467. Gouden Leeuw. v. d. Chijs pi. XIV. 10.
L u i k.
4 Jan van Hoorn. 1484—1505. Goudgulden met den H. Lambertus.
He u l e n .
5 Herman IV, landgraaf van Hessen 1480—1508. Bonner öoudgulden.
Z u i d-A f r i k a a n s c h e B e p u b l i e k .
6 1892. Pond en Half Pond van President Krüger, afgekeurd wegens de
initialen van den graveur O. S. (Otto Scheuer) onder het borstbeeid. 2 stuks.
7 1894. Fond van President Krüger.
D e n e m a r k e n .
8 Christiaan X, 1913. 20 en 10 Kronen. 2 stuks.
Zilveren Munten.
G e l d e r l and.
9 Karel van Egmond. Snaphaan, Snaphaanschelling, zonder jaar, 1557.
Filipsdaalder, 1564. Halve Filipsdaalder. 4 stuks.
10 1564. Halve Filipsdaalder, 1567. Bourgondische Kruisrijksdaalder, 2 stuks.
Bis. 2 stuks.
11 1577. Halve Statendaalder, 1564. Halve Filipsdaalder, 1586. Leicester
Stooter. 3 stuks.
12 1591. Bourgondische Kruisrijksdaalder. V. x) pi. 7.1 . —- Bis.
13 1592. Als voren. V. pi. 7.1. — Bis.
14 1568. Rijksdaalder met den halven man. V. pi. 9.1.
15 1660. Dukaton, 1767, 73. Halve Dukaton, 1763. Gulden. 4 stuks.
16 1786. Drie gulden.
■*■) V. — Verkade. Muniboek. Söhiedam-1848.