152 1824-1827 — Idem, 25 cents 1824 (B), 1825, 1826; 10 cents 1827. Fraai+ —
Zeerfraai. Bijgev 5 x 5 cent en 7 bronzen en 10 Ned. Indische mimten. [100]
153 1825-1827 — Idem, 25 cents 1825 (B), 1826 (B)russel, 10 cent 1827 (U).
Bijgev 10 cent 1882, 1889; 5 cent 1876. Zeerfraai — FDC. [120]
154 1848 — Willem II, 5 cents. Schulman 537. Volgens katalogus maar 100
stuks geslagen. Het charmantste en kleinste muntje van het Koninkrijk.
ZEER ZELDZAAM. Prächtig [8.000]
155 1850-1943 & Willem III, 5 cents (10 stuks, w.o. 1868), Wilhelmina, 5 cents
(vierkant, 12 stuks). Fraai+ — Zeer fraai+. [125]
156 1891-1944 — Wilhelmina, 21/2gld. (4 st.), 1 gld. (4 st.), 25 cents (7 st.), 10
cents (13 st., w.v. 3 zink), 21[2 cents (12 st.), f 2 cent (30 st., w.v 3 Will).
Fraai+ -5- Prächtig. [175]
157 1901 — Wilhelmina, 10 cents. Prächtig. [100]
158 1903-1944 Sr Idem, 10 cents 1903, 05, 06, 1944 (S); 25 cents 1914,17,18;
21/2 gld. 1930, 31, 32, 33. Zeerfraai■ - Prächtig. [100]
159 1906-1941 — Idem, 10 cents (55 st.), 2L/2 cent, 1j2 cent (16 st.). Zeerfraai-
— Prächtig. [75]
160 1907-1943 8 - Idem, 5 cents 1907, 1908, 1909, 1943 (zink). Zeer fraai :
Prächtig-. [70]
161 1922-1940 — Idem, 2 f 2 gld. (16 st.), 1 gld. (50 st., w.v 8 van 1938 en 17
van 1940). Zeer fraai -5 Prächtig. [225]
162 1922-1933 — Idem, 2'/2 gld. (6 st.), 1 gld. (43 st.), bijgev 10 cents (24 st.)
en 12 bronzen en 93 buitenlandse munten. [125]
163 1929-1940 — Wilhelmina, type-collectie (9 stuks). Bijgev. 5 cent 1908.
HOLLAND, 6 stuiver 1730 + valse; Juliana-specie. [75]
164 1954-1968 — JULIANA, 2'/2 gld. (60 st.), 1 gld. (116 st., w.v 1 nikkel). [225]
165 1954-1966 — Idem, 2 \ gld. 1959-62, 66 (20 st.); 1 gld. 1954-1966
(49 st.). [90]
166 1970 — Idem, 10 gld. 1970 (5 st.); Beatrix, 50 gld. 1984, 1987. Bijgev. 7
zilv. en 3 nikkelen buitenlandse munten. [150]
167 1970 — Idem, 10 gld. 1970 (8 st.); hierbij meer dan 1.500 centen en 11
veelal buitenlandse munten. [100]
168 1982-1989 — Beatrix, 4 x 50 gld. Bijgev. Inhuldigingsset 1980; 10 gld.
1970, 1973; Ned. Ant. 25 gld. 1973. [200]
169 1987-8 — Idem, 50 gld. Bijgev 10 gld. 1970 en wat specie en centen en
bankpapier (veelal Duits, 36 st.) en lakzegel in ijzeren doosje. [125]
170 1826-1945 5 - NEDERLANDS INDIË, o.a. Willem I, kwart gulden 1826,
1827, 1834; Willem III, l!?0 gulden 1854 (met soldeerplek op wapen). Zeer
zeldzaam. Totaal 26 stuks. Fraai+ — Prächtig [150]
171 1897 — Idem, Kwart gulden 1893; VOC (Gelderl.), duit 1806, l/2 duit
1789. Bijgev o.a. gaspenning Den Bosch, 3 gemonteerde munten. Totaal 9
stuks. Zeer fraai S - Prächtig. [75]
172 1909 -it Idem, 2*/2 cent. Zeerfraai+. Bijgev 10 Koninkrijksmunten, 6 buitenlandse
en 3 penninkjes. [100]
173 1900-1972 — CURAÇAO, oa '/ gld. 1900. Totaal 10 stuks.
NED. ANTILLEN, o.a. 25 gld. 1973. Totaal 9 stuks. SURINAME, 3 stuks.
Zeer fraai — Prachtig+. [80]
BUITENLANDSE MUNTEN
174 112 v C. — ROMEINSE REPUBLIEK, Cn. Blasio Cn. F., denarius, vz.
kop Mars/Jupiter, Juno en Minerva. Crawf. 296,ld. Zeerfraai. [75]
175 238-244 — ROMEINSE RIJK, Gordianus III, ant, Kz. zitt. Concordia;
Constatinus I, Follis, Kz. st. Sol. Fraai+ — Zeer fraai+. Bijgevoegd 6 Oos-
terse en 4 diversen. [100]
176 1661-1745 — DENEMARKEN, 2 skillings 1661, 16.. (2 st.), 16 skilling
1715 (Z.Fr.), 8 skilling 1700, 1703 (Zeer fraai). Met portret; 12 skillings
1716, 19; 4 skilling 1728. NOORWEGEN, 2 skillings 1684, 86; 8 skilling
1728; 24 skilling 1745. FraazB- Zeer fraai. [150]
177 1861 M SAKSEN, Vereinsthaler, Zeerfraai-, PRUISEN, */. thaler 1750 (A),
BEIEREN, 20 kreutzer 1777, Zeer fraai+i BRUNSWIJK LUNEBURG
(2 st.) en 5 andere. [90]
178 1888 — DUITSLAND, 20 pfennig; 50 pfennig 1924; 1 Mark 1925; 3 Mark
1909 (Wuertemberg); 6 zilv en 19 onedel en 6 van Duitse staatjes en 11 allerlei
(o.a. speelmuntjes). Bijgev. bundel bankpapier en noodgeld veelal van
Duitsland/Oostenrijk en Hongarije. [100]
179 1917-1922 — DUITSLAND, Ijzeren noodgeld van diverse steden (16 st.)
en 4 van ander materiaal. Verzameling van veelal Duits/Oostenrijks papieren
noodgeld. Zeer fraaMS Prächtig [90]
180 19e-20e e e uw B j ENGELAND en KOL. 19 zilv. (w.o. HONGKONG,
20 cents 1866; 10 cents 1865) en 23 bronzen. Bijgev 146 cash munten v.
China en Annam en een lot veelal Europese munten. [90]
181 1811 — FRANKRIJK, Napoleon I, 5 francs (A). Zeerfraai. En 58 andere
(w.o. 13 zilv.). OOSTENRIJK, 5 schilling 1934 en 3 andere. GRIEKEN-
LAND, 1 drachme 1873. [90]