f f
V E R K L A A R I N G
V A N O E
t y t e l p r e n t .
D n s bloeit de H a r t e k a m p daar Pyton legt geve lt,
En kruiden, b o om , noch menfch met zynen damp meer kw e lt:
Dank z y het Licht der Z o n n ’ , ’t welk nevens dat der M a a n e
De moeder de A a r d e ontdekt, opdat ze een doortogt baane
En t door haar Sleutelen, zieh voor t gewas ontiluit* j
Dies ftort z y eenen Hoorn van zeldzaamheden uit:
Haar eiert een Fe/lingkroon waar mee z y z it te praalen
Op ’t V o r ft ly k Dierenpaar: Z y laat zieh niet bepaalen
A an ’t geen nätuSTin elx faizoen o f luehtftreek tee ltj
Maar word door A r b e i d en door K u n s t geprangt* geftreelt
T o t Water, Vuur en Glas, de broejing en het luchten
De groei bevorderen aan planten en aan vruchten.
Dus kan E u r o p e hier den Ommekring van ’t J a a r
Braveeren met Feeftoen gevloehten b y malkaer
U it de alleredelfte Gemäßen, Fragten, Bloemen
Daar A z i e , A f r y k e en A m e r i k a op roemen.
D it tuigt inzonderheid de Pifang, welke Plant
H e t eerft op deze Plaats gewyd aan Nede rlan d,
H ie r , nevens duizenden, Heer Cliffords yver loonen
E n , door Linnaeus P e n , zieh aan de waereld toonen.
J . W A N D E L A A R .