c
■
■ mmm N(
0
U i
(D
£
</>
0
>
0
Teylers Museu
winter 1990
inhoudsopgave
nocturnes
in de ban van de berg
inrichting aquarellenzaal 1886
liegende stenen
totstandkoming metriek stelsel
agenda en mededelingen
Nocturnes
Voorstellingen met kaars- en maanlicht
De oorsprong van het nachtstuk moet men zoeken in laat-middeleeuwse
boekverluchtingen met bijbelse voorstellingen. Gebeurtenissen, zoals
Christus' geboorte en de Aanbidding der Herders werden overeenkomstig het
bijbelverhaal in een nachtelijke omgeving geplaatst. In de 15de en 16de eeuw
bleven nocturnes grotendeels beperkt tot dergelijke onderwerpen. Het was
echter in de 17de eeuw dat men ook voor de nachtelijke omgeving zélf
belangstelling kreeg. Dit had tot gevolg dat men nu zowel aan de
iconografische voorstelling als aan de entourage grote aandacht schonk. Dit
alles resulteerde in een nieuw genre: het nachtstuk, waarin verschillende
kunstenaars zieh specialiseerden. Voor het weergeven van een nachtelijke
voorstelling heeft een kunstenaar een aantal lichtbronnen tot zijn beschikking.
Zo kan hij bijvoorbeeld de scène met maan- of sterrenlicht beschijnen of zieh
wenden tot het kunstmatige licht van een kaars, fakkel of vuur. Ook kan men
een heilige voorstellen, die bijvoorbeeld door middel van een aureool zelf licht
uitstraalt. Op de tentoonstelling over dit genre (16 december t/m 24 februari
1991) zal het gebruik van deze lichtbronnen naar voren komen.