
T E Y L E R < S > M U S E U M
magazijn lente ’85
Afb. 1 De ongemeen grote Electrizeer-machine in de nog lege Ovale Zaal. Tekening van Wybrand Hendriks, gegraveerd door B. de Bakker
voor het derde stuk van de Verhandelingen van Teylers Tweede Genootschap.
Eene ongemeen Groote Electrizeer-Machine,
200 jaar geleden i n ’t werk gesteld
De maand december 1784 is spannend voor Teylers
Museum. De Ovale Zaal is al twee jaar klaar, maar veel te
zien is er niet. Of juist wel, de ogen van de schaarse bezoekers
worden niet afgeleid van de Louis Seize-architectuur van
Leendert Viervant. Die maand december voltooit John
Cuthbertson, een Engels instrumentmaker, in Amsterdam
een bijzonder instrument, daama stelt hij het op transport
naar Haarlem. Het is de eerste aankoop van het Fysisch
Kabinet van het museum: de grootste wrijvings-electriseer-
machine ter wereld. De ontwerper is dr. dr. Martinus van
Marum, lid van Teylers Tweede Genootschap sinds 1779, en
juist een half jaar, sedert 25 juni 1784, Directeur van het
Museum. Het lag niet in zijn aard dit soort zaken benepen aan
te pakken. De turbulente begintijd van het museum is goed
gedocumenteerd. Als we ons beperken tot het Fysisch
Kabinet dan is het belangrijk dat Van Marum van 1783 tot en
met 1790 nauwkeurige aantekeningen maakt van gewichtige
beslissingen en aankopen: Joumaal van mijne Verrichtingen
ter verkrijging eener verzameling van Physische Instrumenten
& Modellen van nuttige Werktuigen in Teylers
Museum.
Het begin van dit joumaal geeft aan hoe tot de oprichting van
het Fysisch Kabinet wordt besloten. Een voldoende reden
om Van Marum hier het woord te geven. We gaan nog bijna
twee jaar verder terug in de tijd.
Joumaal, 1783
‘Den 17 January. Heeren Directeuren & Leden der beide
Collegjen van Teylers Fundatie ten myne huize vergaderd
zynde om de fossilia op de verkooping van den Hr. van der
Meulen gekocht te bezichtigen zo wierd door het tweede
Collegje aan H.H. Directeuren voorgesteld om in het
Museum aan te leggen eene verzameling van Physische
Instrumenten en Modellen van nuttige werktuigen en deze te
plaatsen in de beneden-kasten van het Museum, welke tot
geene Fossilia geschikt zijn. Schoon H.H. Directeuren
omtrent dit voorstel geen foimeel besluit naamen, wierd my
echter door Hun Ed verzocht van op my te neemen de
gemelde kästen zodanig te doen inrichten en van planken te
voorzien als my tot berging van Physische Instrumenten het
meest geschikt zoude voorkomen.
Den ... Maart heb ik op eene gewone vergadering van ons
tweede Collegie aan H.H. Medeleden voorgesteld, dat het
my voorkwam, dat de Fundatie veel zoude kunnen toe-
brengen ter bevordering der proefondervindelijke Natuur-
kennis, door eene Electrizeer-machine te laaten maaken uit
twee glaze schyven van de grootste middellyn welke er
gemaakt kunnen worden, zynde deeze, zoals ik in vooraf by